Bluesgitarist en zanger Timo Gross ( German Record Critics’ Award), komt op 30 september met een nieuw album dat de oriëntatiepunten moet voorstellen op zijn afgelegde weg naar de blues. Met dit nieuwe schijfje blikt hij terug op zijn muzikale leven en verzamelt de liedjes die hem geraakt, begeleid en gevormd hebben. De muzikale “Landmarks” op zijn eigen hobbelige pad van professionele muzikant, zou je kunnen zeggen. Of het nu gaat om “Infected” van de The The , of over “I thank you” van Z.Z. Top of over James Taylors “Sweet Baby James”, in elk nummer vind je de blues terug. Hij vertaalde dat naar een zeer eigen, persoonlijke interpretatie. Met zijn muzikanten trekt Timo Gross in het najaar op tournee.
Deze CD is naar eigen zeggen het meest persoonlijke werk van de 49-jarige artiest en bevat 11 min of meer bekende songs. “Deze stukken vergezellen me al m’n hele leven lang, net als goede vrienden”, zegt hij zelf. De Blues kwam met de tijd. Hoewel nummers als “Word up” van Cameo of “Alphabet Street” van Prince in hun originele vorm niets met het hoofdgenre van Timo Gross te maken hebben, krijgen ze dank zij zijn interpretatie net die karakteristieke bluesklankkleur mee. Nu eens gaat de plaat zwaar en langzaam, dan weer licht en soepel.
Het album bevat ook eerbetuig aan zijn grootste helden, zoals met “I make love to you any time” van de onlangs overleden J.J. Cale en met ‘Driftin’ Blues’ van Charles Brown dat lang meedraaide in het live programma van Eric Clapton. (Driftin’ blues was overigens een traditional “Thank God it’s real” dat door Johnny Moore’s Three Blazers als eerste opgenomen werd als Drifting Blues”.
Het emotionele,wat rauwe karakter van ‘Landmarks’ onderstreept de opnamekwaliteit van het album: de 11 nummers zijn live ingespeeld, 7 ervan in de Andy Schorpps Schiller Studio in Karlsruhe. Naast zijn ritmegroep – Chris Gajny aan de bas en Franz Eichberger aan de drums, heeft Timo Gross deze keer ook de jonge gitarist Manuel Bastian en Hammondspeler Markus Lauer de studio ingelokt. Erg mooi wat Lauer allamaal uit zijn orgel haalt op “You don’t love me” (nummer van Willie Cobb, en ook bekend van John Mayal en van The Allman Brothers) Voor de productie van het album bleef de gitarist-zanger zelf verantwoordelijk.
Net zoals bij de vorige albums zorgt Timo Gross voor afwisseling en eigen creatieve arrangementen zonder daarbij stijl en roots uit het oog te verliezen. Of het nu gaat om Marc Cohns’ “Walk through the world with me” dat hij tot een swingend gitaarnummer omgedraaid heeft, of om ‘Infected’ van de The The, dat zich met een staalhard thema en emotioneel geladen teksten uitstekend leent als bluesnummer. Heel alleen met akoestische gitaarbegeleiding kan hij het ook. “Sweet Baby James” van James Taylor wordt een geheel persoonlijk slot. Het nummer is een emotioneel hoogtepunt in de reis door het muzikale verleden van Timo Gross.
“Landmarks” werd een mooie, degelijke en prettige plaat om naar te luisterenen in één keer te spelen zonder dat er zap-neigingen opgewekt worden. En al zijn het covers, ze hebben allemaal een zeer persoonlijke “touche” meegekregen. Parallel met ‘Landmarks’, onstond een ander album, dat hij met ‘Vineyard Sessions’ voortzet. Dit album verschijnt in de winter, ook bij Fuego, vol. 4 van het akoestiekproject. Met Ierse zanger-gitarist Tony McLoughlin en percussionist Marlon Klein. Beide platen werden met Richie Arndt en Alex Conti opgenomen. Bij de eerste reeks was Gregor Hilden de derde man aan de gitaren. (8/10) (Fuego)