In de taille van Limburg, vond op 31 augustus de 16e editie van Koppelpop plaats. Het gratis toegankelijke festival in Susteren, is door zijn sterke programmering en door toevoeging van een tweede podium langzaam uit zijn naad aan het groeien en het is nog maar de vraag hoe lang het Raadhuisplein nog als festival locatie dienst kan doen.
Door de interessante programmering, maar ook door de gezelligheid en gastvrijheid die met een grote (zachte) G geschreven mag worden, kon ook deze editie weer op een grote belangstelling van het publiek uit Nederland, België en Duitsland rekenen.
Wegens verplichtingen elders heb ik helaas maar de helft van het programma mogen mee maken en beperk me daarom in deze recensie tot de twee bands die naar elkaar het grootste contrast vormden nml: Fin de Siècle en The Deaf.
Fin de Siècle is een jonge, talentvolle Limburgse band en het scheelde maar een haartje of zij hadden dit jaar Pinkpop mogen openen. Zij moesten echter in de finale van ‘Nu of Nooit’ hun meerdere erkennen in Christopher Green -althans volgens de jury- en eindigden op een dik verdiende 2e plek.
De band weet op een prettige manier folk met ambient en pop invloeden te mengen en op hun rustige nummers is het vooral door hun meerstemmige zang lekker weg zwijmelen.
Geopend wordt met ‘Leaving Footsteps’, een uptempo nummer dat meteen voor een goede stemming zorgt, gevolgd door het sferische ‘Rain of Light’. Bijna ieder bandlid bespeelt meerdere instrumenten en er wordt dan ook regelmatig van instrument gewisseld, welke met veel respect behandeld worden. Op ‘Season Skies’, net als de voorgaande nummers afkomstig van hun pas verschenen EP ‘Dreamcatcher’, lijkt de contrabassist in zijn instrument een danspartner gevonden te hebben. Meerdere nummers kenmerken zich door tempo wisselingen zoals ‘Found My Ground’, dat dan weer gevolgd wordt door het rustige, intens gezongen ‘Set Free’. De band speelt uitsluitend eigen werk, wat erg knap is voor zo’n jonge band en beschikt nu al over een eigen geluid. De uitsmijter is weer een uptempo nummer (‘Beautifull Dream’) en Fin de Siècle laat met dit optreden een prima indruk achter. Een band waar we zeker nog meer van gaan horen! Niet in de laatste plaats doordat deze muziekstijl door bands als Mumford and Sons weer nieuw leven is ingeblazen, maar in feite nooit weg geweest is.
Niet alleen de muziek van The Deaf is in schril contrast met die van Fin de Siècle, maar ook de gehele performance en dan zwijg ik nog maar over het omgaan met de instrumenten. “Speed Beat” staat op het menu dat The Deaf het publiek voorschotelt, een passende benaming die perfect aangeeft wat je het komende uur mag verwachten. De “pretband” van Spike (Di-rect) stond eigenlijk als afsluiter gepland, maar door een ingelast optreden van Di-rect op het zelfde tijdstip, werd er geruild met de Bazzookas en kon men al eerder genieten van een portie Haagse beat uit de tijd dat de Golden Earring nog een S achter hun naam had staan. Spike, Miss Fuzz (Bas), Kit Carrera (drums) en Mau achter de toetsen, pleurden daar een flinke dosis punkrock bij en zie daar de verklaring van Speed Beat.
Met ‘BBB Bang’ gaat meteen de beuk er in en in een sneltreinvaart komen met ‘He’s My Man’, ‘Are You Scared’, ‘1973’ en ‘Dead Moon Rise’ nog meerdere nummers voorbij van hun in 2011 uitgebrachte CD: Toot Whistle Plunk Boom. Als je niet weet wat adrenaline met een mens kan doen raad ik je aan om eens een concert van the Deaf te bezoeken. Vooral Spike en Mau laten geen centimeter van het podium onbenut en het is knap dat Mau iedere keer op tijd terug is om op de toetsen te rammen -tenminste, dat denk ik! Ook een covertje ontbreekt niet op de setlist en met hun uitvoering van de enige hit van Gasey Jones and the Governors ‘Don’t Ha, ha, ha’ (1964) dient zich voor mij een stukje jeugdsentiment aan.
Spike en kornuiten hebben er zin in en het instrumentarium heeft flink te lijden onder het ADHD geweld van deze puike band die hun optreden afsluit met ‘I’m Alive’. Nou, dat hebben ze op Koppelpop duidelijk laten blijken!
Trots op mijzelf dat ik met snelle sluitertijden toch nog enige acceptabele foto’s heb kunnen schieten van dit energieke viertal, verlaat ik het festival terrein en hoop volgend jaar tot het einde te kunnen blijven.