ANVIL bestaat al 35 jaar en dat doen niet veel bands ze na. Bij een dergelijk langdurige samenwerking dringt de associatie met succesvolle bands in de metal scene als Iron Maiden, Metallica, Slayer etc. zich op. En daar houdt de vergelijking dus meteen al op want ANVIL heeft het al die jaren zonder noemenswaardig succes moeten doen.
Jawel, hun eerste albums Hard ’n Heavy, Metal on Metal en Forged in Fire zijn classics in het genre en Anvil wordt door succesvolle collega’s als Lars Ulrich van Metallica en Tom Araya van Slayer als voorbeeld en inspiratie genoemd. De documentaire ‘Anvil! The Story of Anvil’ uit 2008 begint met beelden van een rock festival in Japan in 1984 waar Anvil stond met o.a. Scorpions, Whitesnake en Bon Jovi. Maar waar die andere bands daarna miljoenen albums gingen verkopen en stadion acts werden werd het rond ANVIL stil.
Aan de gedrevenheid van jeugdvrienden Steve ‘Lips’ Kudlow (zang / gitaar) en Robb Reiner (drums) heeft het niet gelegen. Maar voor ANVIL ontbrak fatsoenlijk management, professionele PR of wat voor zakelijke ondersteuning dan ook waarmee andere bands de sprong naar roem wel konden maken. En dus bleven ze wel albums maken maar die werden niet verkocht (bij gebrek aan goede producenten klonken die overigens ook niet echt goed). De documentaire vertelt een verdrietig verhaal van een band die goed begon, door alleen maar diepe en nog diepere dalen gegaan is en ondanks alles bleef doorgaan, overtuigd dat eens de dag van de doorbraak moest komen. Die leek er uiteindelijk ook te komen, en wel juist door die ontroerende documentaire. Maar terugkijkend op de afgelopen 5 jaar kun je alleen maar vaststellen dat het wel wat beter is gegaan (albums ‘This Is Thirteen’ en ‘Juggernaut of Justice’ klinken fantastisch en staan vol met heerlijke ouderwetse heavy metal) maar ANVIL is nog steeds geen stadion act. Sterker nog, voor de promotie dit jaar van hun laatste album ‘Hope in Hell’ (voor wie het zich afvroeg: inderdaad, alle albumtitels allitereren) staan ze in Europa voornamelijk in kleine clubs.
Oppepper voor vanavond was wel dat ze gisteren nog op Wacken Open Air stonden voor ruim 20.000 mensen. Aanleiding voor Robb Reiner om zaterdagochtend te melden: “20,000 plus….I’m loving all the new fans and die hards mixing together…..the most magical holy metal show ever here at wacken…thx for all the support …I’m gonna burn a fat cannon and reflect ….WoW!!!!!!!!…..Somebody save me!” Waarop de gig van vanavond moet voelen als een oefening in nederigheid, de kleine zaal van Patronaat in Haarlem kan maximaal 350 mensen herbergen.
Support is het Italiaanse Gengis Khan. De band is opgericht in 2012 maar klinkt alsof ze zich meer thuis zouden voelen tussen de glamrockers van begin 80er jaren.
Naar goed Italiaans gebruik hebben ze wat vertraging opgelopen waardoor de zaal een half uur later open gaat dan gepland, maar uiteindelijk valt het reuze mee, de heren stappen om 08:20h het podium op om hun set te spelen. Gengis Khan klinkt goed, maar mist wat mij betreft de overtuiging en het heilige vuur waarvoor ik juist vanavond kom. Ze lijken eigenlijk vooral geinteresseerd om in de juiste houding op de foto te komen en dat irriteert op den duur. Ze werken hun set van 7 nummers zonder enige onderbreking af. Geen tijd te verliezen, ze waren al laat en iedereen is hier tenslotte voor ANVIL.
Met een geschiedenis als die van ANVIL zou het zomaar kunnen dat de heren volledig leunen op trieste verleden. En dat het publiek ze alleen kent als die jongens uit die documentaire en het een soort ‘aapjes kijken’ wordt. Niets blijkt minder waar. Vanaf de eerste stap die Steve Kudlow op het podium zet straalt hij. Gelukkig dat hij mag doen wat hij het liefste doet, en dan nog voor een volle zaal ook. Hetzelfde zie je gebeuren in het publiek. Bij zoveel enthousiasme op het podium duurt het geen 2 minuten voordat dat in de zaal is overgenomen. Dit is dat ‘heilige vuur’ dat je wilt zien.
Intro ‘March of the Crabs’ wordt gevolgd door ‘666’ (niet te verwarren met iets dat Iron Maiden een wereldhit heeft gemaakt). ‘Lips’ speelt de sterren van de hemel zonder de indruk te wekken dat het enige moeite kost. Dat hij geen topzanger is wordt hem geen moment aangerekend. De overgave, het plezier en de fantastische chemie tussen de bandleden zijn veel belangrijker, dit is zo authentiek dat je wel van deze mannen moet houden. Zelfs bassist Sal Italiano, die pas sinds 2012 is toegetreden, kennen ze al sinds hun jeugd. Geen verrassingen of geheimen binnen deze band, ze zijn zo ongelofelijk close.
De setlist bestaat voornamelijk uit tracks van de eerste 3 albums, aangevuld met materiaal van de laatste 3. Dat ze veelzijdiger zijn dan het pure metalwerk laten ze horen met ‘Swing Thing’, een prachtig, jazzy, instrumentaal nummer waarin meesterdrummer Robb Reiner de gelegenheid krijgt zijn kunsten te vertonen. Ik heb eerlijk gezegd een hekel aan drumsolo’s maar dit is adembenemend. Vast onderdeel van iedere ANVIL gig de afgelopen 30 jaar is de gitaarsolo waarbij hij zijn gitaar bespeelt met een vibrator (souvenir from the redlight disctrict), en ook die ontbreekt vanavond niet. Verbazend effect, de verschillende trilsnelheden van zo’n ding op de snaren van een Flying V…
Als Lips dan tegen het eind van het concert ANVIL’s ‘national anthem of heavy metal’ aankondigt en ‘Metal on Metal’ van het gelijknamige album inzet is de zaal een zee van devil’s horns en headbangers. Dit is old school heavy metal zoals het hoort te zijn. Na een korte pauze zijn ze weer terug voor toegift ‘Running’ en dan is het feest afgelopen.
Niks zielige oude mannen die hun pech exploiteren, niks aapjes kijken, dit was een fantastisch voorbeeld van hoe het hoort. Helden zijn het, vakmannen die hun hele leven niets anders hebben gewild dan goede muziek maken en publiek vermaken en daar vanavond fantastisch in zijn geslaagd.