Vlak voordat de Rival Sons in de Metropool in Hengelo opkomen is het rustig. Het balkon is dicht en de zaal is zeker niet uitverkocht. En dat voor een gelauwerde Amerikaanse rockband die al heel wat grotere podia heeft moeten bedwingen, waaronder op Pinkpop, Werchter en een nagenoeg compleet uitverkochte Britse tour. Hoe het kan dat de ene band wel écht doorbreekt en de andere niet? Wie het weet mag het zeggen. Voorlopig zijn de Rival Sons, in Nederland althans, blijkbaar nog niet een grote publiekstrekker.
Ten onrechte, zo zal later blijken. Het laatste wapenfeit Head Down (2012) is een erg goed ontvangen en uitstekende plaat die 2013 behoorlijk ver achter zich laat en je terug in de tijd doet slingeren. In de wandelgangen valt daarnaast zo langzamerhand op te pikken dat een live optreden zeer de moeite waard zou zijn. Een uitgelezen kans ze eens van dichtbij te zien om een eigen oordeel te vellen. Op naar Hengelo dus, dat onbekende stadje dat door de intercity zes minuten voor eindhalte Enschede wordt aangedaan.
Direct na opkomst op de Jupiler Stage van poppodium Metropool laten de Rival Sons met You Want To horen uit welk hout ze gesneden zijn. Een vloeiende overgang in de zware riff van het wat oudere Get What’s Coming doet al vermoeden dat de band niet voor een rustig avondje naar het oosten des lands is afgereisd. Zanger Jay Buchanan heeft met zijn indrukwekkende stem de leiding over een band die, van de muziek tot en met het imago, classic rock uit de jaren 70 ademt. Het is pas na het zweverige Wild Animal dat de band even gas terugneemt en kort het publiek welkom heet.
Head Down komt ruim aan bod als wordt vervolgd met het stuwende All The Way, gevolgd door het iets rustigere Until The Sun Comes. Jay, inmiddels op blote voeten, introduceert Manifest Destiny, Part 1, een van de nummers die bijdraagt aan het psychedelische randje van dat derde en laatste album. Door de uitgekiende en ongetwijfeld vaak gespeelde opbouw van de set houdt het hele optreden een stijgende lijn. Een stijgende lijn die bij Keep On Swinging overigens ook valt te bemerken aan de zaal als blijkt dat Tukkers bij lange na niet zo stug zijn als oudhollandse volkswijsheid doet vermoeden.
Face Of Light, een wat trager nummer dat niet zou misstaan op Led Zeppelin III, doet het dan ook erg goed, voordat met Burn Down Los Angeles het publiek wordt meegezogen in een lange mix van rock & roll, blues en hardrock. Speciale aandacht is er voor de Janis Joplin-achtige toegift en afsluiter Soul, dat zorgvuldig is uitgewerkt tot een waardig 10-minuten lang slot van een indrukwekkende set, waarna je even tot rust moet komen eer de realiteit van het dagelijkse leven weer om de hoek komt kijken.
Want dat is toch waar de Rival Sons goed in slagen; je meenemen in een combinatie van het beste van de classic rock met behoud van een eigen stijl, zodat je herontdekt waarom dat tijdperk muzikaal zo gewaardeerd wordt. Er zijn mensen die zijn blijven hangen in die tijd en nukkig beweren dat er sindsdien geen goede muziek meer wordt gemaakt. Neem ze mee naar de Rival Sons en bewijs het tegendeel. Toegegeven; het is wat hitgevoeliger, je zult tegenwoordig wel moeten om als band te overleven, maar het rockt aan alle kanten.
Een dag later speelden ze dezelfde set in een goedgevuld Patronaat in Haarlem, waar de foto’s bij dit artikel zijn gemaakt.