Je moet van goeden huize komen als je The Cure (Boys don’t cry) wilt tegenspreken. Met hun nieuwe album durven de mannen van Stuurbaard Bakkebaard (SBBB) het aan. Toen in juli 2011 werd begonnen met de opnames voor de ondersteunende muziek van de film “Doodslag” werd de basis gelegd voor dit, inmiddels vijfde, album van SBBB. Op 18 maart zag “Boys Do Cry” officieel het levenslicht.
Het eerste nummer op de cd heet “I Didn’t Understand How It Could Be Done But I Amazed Myself” en zowel de titel als de muziek brengt een glimlach teweeg. Als een paar tabakspuwende cowboys zingen de mannen deze ene regel steeds overnieuw en aan het einde van het nummer wordt “de koe” aangespoord mee te komen. Simpelweg leuk.
Het tweede nummer, “In The Morning” is wat steviger en rauwer. Het lalala-koortje op de achtergrond houdt het nummer, dat vooral over verlies gaat, op een leuke manier luchtig.
Nummer drie, “Lost In My Shadow” begint ook niet heel vrolijk. Het niet hebben van een broer, een ander of überhaupt iemand om van te houden valt zwaar, zo verteld dit liedje. Lekkere rock, en de band gaat door met “Somebody Raw” en misschien zit hier een kwinkslag in, de rauwe stem die de hoofdpartij voor z’n rekening neemt mag er zijn.
Ongecompliceerde rock beheersen de heren ook, zo bewijst het vijfde nummer “Tony” waarvan ik me kan voorstellen dat het bij concerten luidkeels wordt meegebruld. De glimlach komt opnieuw tevoorschijn bij het nummer “Velvet Juice” alleen al door de openingszin: “If you have a problem with my blue eyes, you have a problem, not me”. Een beetje een zwart nummer met een heerlijk slepende gitaar. “Never Go To Sleep” is de volgende song en die begint met neuspeuteren. “Dat voelt goed en het ziet er goed uit”. Briljant, wie komt daar nou op? Je kunt dus niet gaan slapen als je veel aan je hoofd hebt…
Nummer acht van de cd neemt je mee in een waas van een Hammond-orgeltje, een lekkere bas en een lekkere droge drumtik. Het nummer duurt helaas slecht een dikke minuut en vijfentwintig seconden.
“Left A House” knalt er gelijk achteraan en na twee minuten betrap ik mezelf op een lichte vorm van headbanging. Dat duurt een minuut want dan is het nummer afgelopen en vertellen de heren over “Two Girls” die in de zon zitten. Het valt me op dat de cd me nog geen seconde heeft verveeld en het refrein van dit specifieke nummer maakt me vrolijk. Het laatste liedje op deze erg leuke cd heet “Cheetah” en brengt alles terug naar de essentie: hij is een goeie gozer, zij een prima meid. Beetje liefde erbij, en ziedaar: life’s good. Althans, zo vat ik ‘m op.
Al met al een prima aanwinst in de kast voor liefhebbers van het genre. Timo van Veen, Marc Koppen en Onno Kortland hebben een album weten te maken met korte, krachtige nummers waarvan er niet een op het andere lijkt. Zoals ze zelf zeggen “zonder gelul”. Waarvan akte. (8/10)(Pias)