Zaterdagavond, een avond die koud is. Het regent, soms sneeuwt het, maar binnen is het warm. En daarmee is dit een perfecte avond om te gaan luisteren naar de liedjes van Villagers. De band Villagers, die toch het meest om zanger Conor O’Brien draait, is bezig met het laatste optreden van hun Europese tour. De tournee waarmee ze het nieuwe album ‘Awayland’ ten gehore brengen. Een album waar veel fans in eerste instantie van schrokken. Elektronische foefjes? Die hadden we nog niet eerder gehoord op het debuutalbum ‘Becoming a Jackal’. Een debuutalbum dat het zeer goed gedaan heeft. O’Brien werd met dit album zelfs genomineerd voor de prestigieuze Britse Mercury Prize. Maar dat was vroeger. Nu heeft O’Brien een nieuw album met die ‘oh zo interessante’ elektronische foefjes. Hoe pakt dit vanavond uit? Dat is de grote vraag.
Wanneer Conor O’Brien met zijn mannen het podium betreedt beginnen meerdere mensen om mij heen te fluisteren. “Het lijken wel hobbits!” Je zou bijna denken dat O’Brien zijn bandleden heeft uitgekozen om hun lengte. Wanneer de vijf kleine hobbits het nummer ‘Grateful Song’ inzette blijkt niets minder waar. Zoals Frodo Baggins de held was in Lord of the Rings, is O’Brien de held van de band. Het is een genot om naar hem te kijken en de manier waarop hij zijn nummers ten gehore brengt. Bij elk nummer vertelt hij een verhaal met passie.
Oude nummers als ‘Home’, ‘Set The Tigers Free’ en ‘Becoming a Jackal’ worden met luid gejoel door het publiek ontvangen. Het zijn de publieksfavorieten. Toch zorgt het laatste album ‘Awayland’ ervoor dat de avond wat meer pit krijgt. Tijdens ‘Earthly Pleasures’, ‘Judgement Call’ en ‘Nothing Arrived’ gaat O’Brien uit zijn dak en krijgt daarmee het publiek aan het swingen. Ook het nummer ‘The Waves’, het nummer met die gekke elektronische foefjes, komt live prima uit de verf. Helaas blijft het bij wat heen en weer springen. O’Brien is wat dat betreft absoluut geen showman. O’Brien bedankt wat ongemakkelijk het publiek in gebrekkig Nederlands en verteld dat Tivoli de mooiste zaal is in Nederland waar ze ooit gespeeld hebben.
Voor het encore komt O’Brien terug in zijn uppie om een akoestische versie van ‘That Day’ te spelen. Opeens is het muisstil in de zaal. Het enige dat ik nog hoor is de airconditioning. Het publiek hangt aan de lippen van O’Brien wanneer hij zingt: “Can you hear me now?”. Ja O’Brien, we hebben je luid en duidelijk gehoord. Toch kakt de show tijdens het encore in. De band sluit af met drie rustige nummers. Zonde, nu ze juist een album hebben met uptempo nummers. Met één van die nummers hadden ze de show kunnen afsluiten met een knal. Hierdoor verlaat ik de zaal met een vreemd gevoel, terwijl ik met vriezende handjes weer in de kou en de regen sta. Mensen die het optreden in Tivoli gemist hebben kunnen 8 mei in de herkansing. Dan staat Villagers in Paradiso, Amsterdam. Een zaal die hij misschien nog mooier vind.
Foto’s (c) Hans Kreutzer