Het is koud en nat buiten. Dat is ook wel te verwachten in deze tijd van het jaar maar ik ben op weg naar dat laatste beetje zomer dat in Nederland te vinden is. Beef is al bijna vijftien jaar Neerlands trots op het gebied van reggae maar in 2008 leek daar een einde aan gekomen te zijn. Drie jaar lang hielden de mannen een pauze tot het surprise concert op de Zwarte Cross eerder dit jaar. Vanavond staat Beef voor een volle zaal in de Melkweg.
Terwijl we wachten tot het 21:00 uur is zodat de band kan beginnen draait UnitedSounds Soundsystem de boel aan elkaar met reggae- en dubtracks. Af en toe roept iemand iets onverstaanbaars door de microfoon, de mensen dansen een beetje en drinken loom van hun bier. De DJ draait, de mensen drinken en de tijd verstrijkt. Het duurt maar en het duurt maar. De verwachtingen lopen hoog op in het publiek en als na bijna drie kwartier na officiele aanvangsttijd de band eindelijk het podium betreedt dondert het gejuich en gefluit door de zaal. Na een rockend, instrumentaal openingsnummer komt zanger Pieter Both met een brede lach het podium op wandelen en het gejuich begint weer van voor af aan.
Na een korte uitleg waarom het zo lang duurde (nog niet iedereen was binnen) kan het feestje écht beginnen. Met ‘Never Let You Go’ zorgt ritmegitarist Bram Wouters voor de zonnige vocalen. Ook ‘Mindset’, vandaag in een iets andere versie, laat het zon-zee-strandgevoel dichterbij komen. Tussen de nummers door babbelt Pieter er lustig op los zonder dat de grote grijns van zijn gezicht verdwijnt. Het is duidelijk dat niet alleen het publiek, maar ook de band zelf, Beef gemist heeft. Ze kijken zo blij als schoolkinderen in de dierentuin.
Tijdens de Flexodusmedley gaat vooral de oudere garde helemaal los en de band lijkt hen allemaal persoonlijk te kennen, want telkens wordt er gezwaaid, geknipoogd en geglimlacht. Dan schalt opeens een bekende tekst door de zaal maar ik kan het even niet plaatsen. Het is niet van Beef maar wel van Nederlandse bodem, als ik mij niet vergis. Pas bij het refrein herken ik ‘Love You More’ van Racoon. Wat een goede coverversie! Hierna volgt een niet eerder uitgebracht nummer waar ik de titel helaas niet van op kan vangen. ‘Beef Are Wreck It’, ‘Take It Easy’ en ‘Rewind’ passeren ook de revue.
Tijdens het opstellen van de setlist heeft de band geen enkel album links laten liggen: het concert geeft een mooie weergave van Beef door de jaren heen en in het publiek zie je telkens andere mensen juichen als een nieuwe track wordt ingezet. Het moment dat ik het hardst juich is wanneer de eerste akkoorden van ‘Alice (I Want You Just For Me)’ door de zaal klinken. Het mag dan een cover zijn (van Full Force uit 1985, welteverstaan) maar hiermee kwam ik voor het eerst met Beef in aanraking en in gedachten ben ik weer even dertien.
Voordat Beef weer backstage verdwijnt gooien ze nog een beetje ska in de mix en de mensen dansen hun gekke dansjes. Pieter vertelde het al eerder: de hele band is psyched! Het duurt dan ook niet lang voordat ze weer terug het podium op stuiteren voor de toegift. “Zijn jullie klaar voor de tweede helft?!” roept Pieter. Een reggae-cover van ‘When Doves Cry’ van Prince is de opener en ‘Rich Man’ volgt. In dit nummer krijgt de blazerssectie hun moment van glorie en de solo’s die de trombone, trompet en saxofoon de zaal in blazen zijn doordrenkt van warmte. Een reggaeconcert kan natuurlijk niet voorbij gaan zonder een tribute aan “the King of reggae” zoals Bram hem introduceert. De Bob Marley medley wordt luidkeels meegezongen.
Het publiek voelt dat het einde van het concert nu echt naderbij komt en gaat steeds enthousiaster dansen en zingen. Het is bijna alsof ze door hun energie de avond langer kunnen laten duren. ’50-50’ en ‘Late Night Sessions’ komen nog langs en dan staan er opeens mensen op het podium. Ze lijken uit het niets verschenen te zijn. Het zijn er eerst twee maar daar blijft het niet bij. Een groep meisjes voor mij zijn eerst een beetje huiverig maar zodra één dappere amazone het podium heeft beklommen blijft de rest niet achter. In no time staat het podium vol met groovende meisjes, vrouwen en een enkele verdwaalde vent.
De band vind het prachtig en Pieter vraagt of er misschien een verzoeknummer is. ‘Trippin’ van Flexodus wordt
ingezet als laatste nummer maar zodra het laatste akkoord is aangeslagen gooien Beef er nog snel even ‘Last Rudy Standing’ achteraan, wat de menigte uitzinnig maakt. Zowel de chopshop-dansers op het podium als de rest van de zaal danst en zweet en glazen, gevuld of niet, vliegen door de lucht. Een waardige afsluiter van een knallend concert door de zonnigste band van Nederland.