Boy en Bear maakte hun Nederlandse podiumdebuut op 21 april van dit jaar in Motel Mozaique in Rotterdam. Een dag later speelde ze het stijf uitverkochte Bitterzoet in Amsterdam plat. Aan het einde van dit, mede door Paradiso georganiseerde, concert kwam de mededeling van frontman Dave Hosking dat de band dit najaar terug zou komen voor een concert in Paradiso. Vandaag is het zover en staan ze op het grote podium van de Amsterdamse Poptempel, met in het voorprogramma de mannen van Alberta Cross.
Alberta Cross (in 2005 opgericht in Engeland) is een 5-mans formatie uit New York onder leiding van de oprichters bassist Terry Wolfers en de in Zweden geboren zanger-gitarist Petter Ericson Stakee. Worden ze in diverse media vergeleken met bands als My Morning Jackets en Kings of Leon, hun laatste cd luisterend doen ze meer denken aan de catchy popsongs van Dazzeld Kid. Op het podium brengen ze de nummers van hun laatste cd steviger dan op het schijfje te horen is en daarmee komt de bovengenoemde vergelijking toch weer om de hoek kijken. Desalniettemin weten ze het publiek snel voor zich te winnen en vormen daarmee de perfecte opwarming voor de hoofdact van de avond.
Om even over half negen stappen de 5 mannen van Boy & Bear het podium van een inmiddels stampvol Paradiso op en trappen af met Lordy May. Dat het publiek voor deze mannen komen blijkt vanaf de eerste tonen want de sfeer zit er gelijk goed in. Vooral als het aanstekelijke nummer Milk & Sticks wordt gespeeld gaat de zaal los.
Nu heeft Boy & Bear nog maar 1 cd uitgebracht dus zijn ze wat beperkt in hun muzikale keuze. Dit wordt opgevangen door een cover te spelen van hun landgenoten Crowded House: Fall At Your Feet. Leuk detail is dat in dit nummer bassist Jake Tarasenko begint achter de drums en drummer Tim Hart de banjo ter hand neemt. Halverwege het nummer pakken ze hun eigen rol van bassist en drummer weer op. Het einde van het concert nadert met de nummers Rabbit Song en Feeding Line, waar vooral bij het laatste liedje het publiek uit haar dak gaat.
Zoals bij veel van dit soort folkbands ligt de eenzijdigheid op de loer. Maar door de muzikaliteit van alle 5 de bandleden weten ze het publiek van het begin tot het eind te boeien. Bij de rustige ingetogen nummers hangt het publiek muisstil aan hun lippen en bij de wat steverige gitaarnummers gaan ze los. Een hele grote kwaliteit van deze band waardoor het publiek met meer dan een goed gevoel Paradiso verlaat en huiswaarts keert.