Hij won al vijf Grammy Awards en werd vorig jaar op 57-jarige leeftijd als jongste bluesartiest ooit opgenomen in de Blues Hall of Fame. Sinds zijn debuutalbum ‘Strong Persuader’ in 1868, verkocht hij al meer dan 12 miljoen albums en met een eigen lijn bij Fender kunnen we wel zeggen dat Robert Cray behoort tot de groten der aarde als het gaat om bluesmuziek. En nu, 26 jaar na zijn debuut, komt Cray gelukkig weer met een nieuw album, ‘Nothin But Love’, zijn zestiende inmiddels.
‘Nothin But Love’ is gezamelijk geschreven met zijn eigen Robert Cray Band, Jim Pugh, Tony Braunagel en Richard Cousins, wat van het album direct een mooi samenhangend geheel maakt. Het album beval nummers over alle elementen van de liefde en biedt zoals we van Cray gewend zijn een duidelijke mix van blues, rock, soul en jazz.
Cray’s zestiende trapt af met het aanstekelijke ‘(Won’t Be) Coming Home’, waarop de met diepe blues doordrenkte gitaar van Cray al huilend op te horen is. ‘Worry’, dat geschreven is door toetsenist Jim Pugh, hoewel hij hulp kreeg met de tekst door drummer Tony Braunagel, is wat moderner, met keer op keer de valse einden, terwijl ‘I’ll Allways Remember You’ dan weer een oudewetse tranentrekker optekent. Het hele verhaal op ‘Nothin But Love’ is persoonlijk. Zoals zo vaak legt Cray zijn hele hebben en houwen in de muziek, hoewel een plaat als deze, waarop de bluesnummers door de hele groep worden geschreven, wat minder persoonlijk gevoelsmatig is.
Wat opvalt is dat Robert Cray ‘Nothin But Love’ redelijk down to earth heeft gehouden. Geen bombastische blazers, slepende saxofoon of knallende trompetten. Nee, met een productie van rockproducer Kevin Sherley (o.a. Aerosmith, Iron Maiden, Rush, Slayer) zou je het wel verwachten, maar ‘Nothin But Love’ is gewoon zo’n cold-blooded bluesalbum geworden, dat voor het zelfde geld had kunnen komen uit de tijden van Cray’s grote helden, John Lee Hooker en Howling Wolf; Puur straight-forward blues Zonder al te veel poespas of overdubs. Kaal, zoals blues hoort te zijn.
‘Nothin But Love’ is daardoor een bluesalbum geworden met tien gevoelige tracks die de blues laten horen zoals de blues moet klinken: In zwarte gospel gewortelde zang, begeleidt door het bekende zuivere gitaarwerk van de man, die bij het grotere publiek bekend werd door nummers als ‘Smokin Gun’, ‘Don’t be afraid of the dark’ en natuurlijk ‘Right Next Door’. Dat Cray ook voor de doorgewinterde bluesliefhebber meer in zijn mars heeft dan die populaire bluespop van weleer, en ook de rock (‘634-5789’, wat in 1989 nog een grote hit opleverde met Tina Turner) durft te laten vallen, geeft alleen maar meer weer dat de bluesgigant nog lang niet uitgeblust is.
Grote hits hoef je niet te verwachten op ‘Nothin But Love’, maar welke goede artiest is tegenwoordig nog echt bezig met hits schrijven? Laat dat maar over aan de jonge populistjes. Nee, Cray levert met ‘Nothin But Love’ gewoon een degelijk bluesalbum af waar weinig op is aan te merken. (8/10) (Provogue Records)
Robert Cray Band – Won’t Be Coming Home (Radio Edit) by MascotLabelGroup