De cd is al een tijdje uit, maar soms heb je niet eerder tijd om al die cd’s die je binnen krijgt te openen, af te luisteren, laat staan te recenseren. Klerkx and the Secret heeft zo’n cd die er even tussendoor geschoten is, maar dat gaan we dus snel goed maken! ‘Final Desire’ is het inmiddels derde album van Moke-drummer Rob Klerkx en net als bij de voorloper ‘Undertones’ wordt de drummer bijgestaan door Klerkx’ achtergrondband The Secret. Niet dat je dan weet met wie je te maken hebt, want De secret bestaat op ‘Final Desire’ uit een collectief dat je bij elkaar genomen best een orkest mag noemen.
Voor wie ‘Undertones’ kent is ‘Final Desire’ wellicht even slikken. Het album neigt wat naar psychedelische poprock en ook de zangpartijen van Klerkx zijn melodieuzer te noemen in vergelijk tot zijn voorgangers. Klerkx neemt op ‘Final Desire’ alle zange op zich, op de achtergrond wat aangevuld door zichzelf en toetsenist Menno Bakker. Gelukkig, anders had Bakker weinig meer te doen, aangezien het toetsenwerk op ‘Undertones’ op ‘Final Desire’ sterk is gedecimeerd.
Op het album neemt de drummer net als op ‘Undertones’ zelf geen plek achter zijn drums en liet de arrangementen vrij ter interpretatie aan drummers als Bram Hakkens (Kyteman, Kapabel, Gem, Dazzled Kid), Rory van der Graaf (The Selfemployed) en Ralph van Reijendam. Ook voor de gitaarstukken maakte Klerkx gebruik van meer dan een muzikant. Maar liefst vijf ‘versleet’ Klerkx er tijdens de opnamen van ‘Final Desire’. Gitaristen Marijn Slager (Nuff Said), Jelle Paulusma (Daryll Ann, Paulusma), Theo Sieben (Raggende Manne, Paulusma) zijn wel de bekendste hiervan en ook bassist Gideon Ferrero zullen veel Klerkx-fans zich nog wel herinneren van The KGB.
Al die invloeden tesamen genomen pakt een en ander uit als een overkoepelende draaïng, die erg Studio Brussel klinkt. Is het dan voor Nederland nog te alternatief? Nee, dat niet, maar het mag geen geheim zijn dat onze zuiderburen wat betreft experimental alternative verder zijn dan wij, dus voor de grote successen zal Klerkx toch een paar kilometertjes moeten afzakken.
Als je de langgerektheid van de nummers samenpakt met de donkere underground op ‘Final Desire’, neigt een en ander door een enkeling in de progrock gestopt te worden, hoewel dat wellicht een te grote en grove typering voor het album is. Ja ‘Final Desire’ riekt soms wat naar de oude Jesus and Mary Chain, Sonic Youth, hoewel ook liefhebbers van Johnny Cash er wel het een en ander in kunnen herkennen. Nee, ‘Final Desire’ is anders dan Klerkx de laatste tijd maakte, maar zij die de multi-instrumentalist al langer volgen, zullen blij zijn dat de muzikant wat meer terug gaat naar zijn roots, de ouderwetse gitaarrock. (7/10) (Roughtrade)