Door velen wordt Marcus Miller genoemd als de beste bassist sinds Jaco Pastorius. Het is moeilijk te bepalen, maar eerlijk is eerlijk, een keuze tussen Miller, Clarke, Flea, King, Graham, Wooten of Claypool is moeilijk te maken. Het is de top van de hedendaagse bass-generatie en het zal moeilijk worden voor een andere bassist om zich in het rijtje grootheden te nestelen. Miller heeft nu ‘Renaissance’ uit; Zijn achtste album pas, sinds de sympathieke bassist in 1983 uit de schaduw stapte van de grootheden waar hij bij speelde.
Waar Miller op zijn eerdere albums nog veelvuldig gebruik maakte van gastmuzikanten, houdt de meester het op Renaissance het dicht bij zichzelf. Zijn huidige band en hij, hij en de band, no more, no less, maar het bewijst het gelijk van Miller dat het hem aan afwisseling niet ontbreekt en die zelf kan opbouwen zonder guests.
Leuk in het jazzy ‘Sleeping into Darkness’ is de grappige verwerking van ‘Get up, Stand up’, van Bob Marley, dat de ruim 9 minuten durende track opsplitst in een track die meerdere nummers lijkt te duren. Jammer dat het, net als meerdere tracks op het album, eindigt met een fade-out, maar ach, het album maakt dat kleine minpuntje meer dan goed.
Het is vreemd te noemen dat juist dit jaar, nu Miller voor het eerst in vijf jaar weer eens met nieuw solo-werk komt, North Sea Jazz doorgaat zonder de man die doorgaans ongenoemd al een zekerheid is voor het beroemde jazz-festival. Kwam ‘Renaissence’ dan zo onverwacht?
Sure, Miller is door de jaren heen wat meer aan het experimenteren geslagen. Zijn tijd met Miles David, David Sanborn en Luther Vandross heeft hij achter zich gelaten en is vol bezig met zijn eigen ding, waarbij het slappen natuurlijk de boventoon blijft voeren. ‘Renaissence’ voert natuurlijk veel fusion, maar laat ook wat Braziliaanse invloeden horen en maakt soms een klein uitstapje naar het wat meer rock-gerelateerde. Slechts op ‘Tightrope’ horen we wat vocals, het enige nummer dat niet volledig instrumentaal is. Is dat erg? Nee, Miller’s Bass spreekt en dat laat hij horen, van het begin op het funky ‘Detroit’, tot het eind, 72 minuten later op het solo-stuk ‘I’ll be there’, inderdaad van The Jackson 5.
‘Renaissance’ klinkt als een wedergeboorte van Miller, fris, energiek en verfrissend. Soms iets vernieuwend, maar zeker geen verrassing. Het bekende geluid van Miller is al sinds mensenheugnis onveranderd. Jazzfunk die staat behoeft geen hergeboorte. En Miller staat, punt. (8,5/10) (Concord Music)
Gratis download van Jekyll & Hyde