Vanavond is James Vincent McMorrow te bewonderen in de Rabozaal van de Melkweg/Stadschouwburg. De bebaarde Ier, die klinkt als een samensmelting van Ray LaMontagne en Bon Iver, zou je kunnen kennen van zijn cover van de Steve Winwood-song ‘Higher Love’. Deze verscheen in 2011 in een reclame en zweefde daarna rond op youtube waar de hits en likes zich al snel opstapelden. Zijn album ‘Early in the Morning’ kwam in 2010 uit maar men krijgt maar geen genoeg van zijn live performances.
Maar eerst verschijnt het voorprogramma ten tonele: het Belgische Renee. De zaal is ruim en heeft verrassend comfortabele stoelen. Als de artiesten opkomen pak ik mijn blocnote erbij om aantekeningen te maken maar dan dimmen de lichten. Terwijl Renee hun set begint met een liedje onder begeleiding van een ouderwetse speeldoos zit ik met mijn neus op het papier om enigszins op de lijntjes te kunnen schrijven. Het bandje speelt hun sprookjespop rustig verder en hoewel het prettig is om naar te luisteren wordt de muziek nergens echt bijzonder. Het publiek denkt hier blijkbaar anders over want als afscheid krijgen de zangeres, celliste, bassist, percussionist en pianist een luid applaus. De lichten springen weer aan en mijn vaak toch al moeilijk te ontcijferen krabbels vullen kris kras het papier. Renee bouwt in een mum van tijd af en James zet samen met zijn kornuiten de instrumenten klaar.
Ongeveer twintig minuutjes later is het publiek iets uitgebreid, dimmen de lichten weer en doemen de gestaltes van James Vincent McMorrow en band op. De set opent met ‘Sparrow & The Wolf’ gevolgd door ‘And If My Heart Should Somehow Stop’. Tijdens het stemmen van zijn gitaar probeert James het publiek geboeid te houden door te praten over wat maar in zijn hoofd opkomt. De helft van de tijd is dit de term “yachtrock” wat blijkbaar een muziekgenre is. James heeft wel door dat geen enkel persoon in het publiek enig idee heeft van de term en vraagt zich dan ook telkens hardop af waarom hij het er in hemelsnaam over heeft. Zijn ongemakkelijke houding tijdens de stiltes wekken veel lachjes en gegrinnik op. Gelukkig schaamt James zich niet en gaat vrolijk door met grapjes maken wat het publiek nog enthousiaster maakt. Ook ‘Follow You Down To The Red Oak Tree’ en een persoonlijke favoriet ‘Breaking Hearts’ komen voorbij voordat de band van het podium schuifelt en James alleen achterlaat. In zijn eentje brengt hij ‘We Are Ghosts’ en ‘Higher Love’ ten gehore.
Zijn ontzettend zuivere falsetto krijgt nog meer body nu de andere instrumenten wegvallen. Na de twee solonummers komt de band weer geruisloos het podium op en samen zetten ze ‘From The Woods’ in. Het hele concert is de zaal muisstil geweest maar nu hoor ik wat voorzichtige keeltjes openen en het refreintje meezingen. Wanneer ‘This Old Dark Machine’ komt het publiek er opeens helemaal in en zingt en klapt er lustig op los. ‘If I Had a Boat’ volgt en ook hier zijn de meezingende mensen niet gering. Als laatste zingt James ‘We Don’t Eat’ en laat horen dat hij behalve een prachtige fluisterende zangstem ook een rauw randje heeft. Als toegift introduceert James het nummer als een cover van zijn favoriete band en zet ‘Blood Buzz Ohio’ van The National in. Het nummer dat de prachtige avond vol breekbare liedjes afsluit is de titelsong van het album: ‘Early In The Morning’. James begeleid zichzelf op gitaar terwijl hij a-capella ondersteund wordt door zijn bandleden. Een waardige afsluiter van een avond waar James Vincent McMorrow erin is geslaagd om een grote, gevulde zaal een intiem huiskamerconcert te laten lijken.
Foto (c) Armelle van Helden/Maxazine.nl