Obelix zei het al: “Rare jongens die Romeinen”. Maar het blijkt dat niet alleen Romeinen maar ook Texanen best vreemd zijn. De Strange Boys komen uit Dallas en hebben onlangs hun derde langspeler uitgebracht genaamd ‘Live Music’ (gek genoeg een volledig studio album). Het is 6 april en een Goede Vrijdag voor een concert.
De stoffige, robuuste piano is het eerste dat opvalt op het krappe podium van Paradio’s kleine zaal. Het brengt ook direct de vraag in me op hoe ze dat logge geval door de smalle halletjes van de poptempel hebben kunnen manouvreren maar dat antwoord zal ik wel nooit te weten komen. Iets na achten stappen vier ietwat slonzige boefjes uit de kleedkamer en beginnen de gitaren te stemmen. Zanger Ryan Sambol neemt plaats achter de piano, begint wat te pingelen en het stemmen der gitaren gaat langzaam over in een speels melodietje. Zonder een woord te zeggen zet de band de single ‘Me and You’ van het nieuwste album in. Kenmerkend aan de band is, behalve hun country-achtige garage rock, het klaaglijke zingen van Sambol. Zijn manier van zingen is duidelijk niet voor ieder oor weggelegd maar dat is juist de charme van Strange Boys; Helaas betekent dit ook dat eigenlijk geen enkel nummer goed te verstaan is.
Voor het derde nummer komt Ryan achter de piano vandaan, doet zijn gitaar om en pakt zijn mondharmonica erbij. Het lijkt erop dat de heren niet echt een setlist hebben voorbereid, ze moeten geregeld even bedenken wat het volgende nummer gaat zijn, wat het concert een gemoedelijke sfeer geeft. Na enig overleg starten ze ‘Walking Two by Two’. De band heeft maar weinig interactie met het publiek totdat de bebaarde zanger het publiek vertelt dat ze blij zijn weer in Amsterdam te spelen en vraagt wat er hier zoal gebeurd is. Iemand uit het publiek roept: “My sister had a baby!” waarna hij hartelijk gefeliciteerd wordt . Dan gaat de muziek weer gauw verder met een cover van country legende Lee Hazlewood. Het nummer dat volgt is wat wilder. Zó wild zelfs dat de tegen een versterker leunende gitaar omvalt en een vol bierglas omstoot. Gelukkig is het nummer niet veel later afgelopen en drummer Mike La Franchi is er snel bij om Ryan’s gitaar van de verdrinkingsdood te redden. Ryan zelf kijkt even om maar maakt zich geen zorgen nu zijn gitaar op het droge is.
Het lijkt er intussen op dat de jongens wel uitgespeeld zijn maar het publiek is enthousiast. De vier staan een beetje te dralen totdat Sambol ‘When the Saints go Marching in’ start. Zowel de bas als de drums gaan hier meteen in mee maar gitarist Greg Enlow weet even niet wat hij hiermee aan moet. Ryan gebaart dat Enlow een solo moet improviseren en nu Greg in de flow zit speelt hij een kort rifje totdat Ryan het ritme verandert en Greg in de war raakt. De band is het publiek even vergeten en het is net of we staan te kijken naar een bandrepetitie waarbij de twee gitaristen elkaar gek maken. Dan speelt de band nog het bekende ‘Be Brave’ van hun gelijknamige tweede LP en een cover die ik herken maar niet kan plaatsen. Met z’n vieren bedanken ze het publiek, grijnzen ondeugend en verdwijnen van het podium. Ondanks dat het publiek hard om nog een liedje roept gaan de spots uit en de lichten aan.