Je hebt vaders en Vaders. Vaders die dagelijks thuis komen en vaders die het beruchte ‘pakje sigaretten’ gaan halen en nooit meer omkijken. Na het succesvolle Negra, een bekentenis van haar zwarte identiteit, keert kleinkunstenares Joy Wielkens de blik opnieuw naar binnen en bekent ze een vaderloos bestaan te leiden. In haar voorstelling Papa was a Rollin’ Nobody, die in oktober in première gaat, stelt ze alle verdwenen vaders van Nederland luidkeels de vraag: pap, waar was je al die tijd? Geen jammerklacht, maar een viering boordevol soul. ,,Fok you, wil ik maar zeggen. Zonder jou heb ik het ook gered.’’
Je nieuwe show gaat over opgroeien zonder vader. Hoe zet je zo’n heftig onderwerp neer? Ik probeer dat op een geestige manier te doen. Niemand zit te wachten op een tranendal, dus ik wil graag dat het een viering wordt. Ik ben dan ook zonder vader prima terecht gekomen: ik heb een goede opleiding gehad en ben gezond. Ik wil dat er een soort kracht van de voorstelling uitgaat. Dat je het in principe wel red zonder ouders die er voor je zijn, maar dat het zoveel leuker zou zijn als het niet zo hoeft. Ik zou ook een paar vragen willen stellen. Waarom laten mensen hun kinderen in de steek en zouden ze daar ’s nachts weleens wakker van liggen? De voorstelling is dus ook een aanklacht. Als mensen kinderen krijgen moeten ze daar hun verantwoordelijkheid voor nemen, ze moeten verder denken dan een wilde nacht in bed. Als je kinderen op de wereld zet die het zonder jou moeten doen, dragen die er uiteindelijk de last van. Dat is het thema van de voorstelling. Daarbij gebruik ik heel veel soulmuziek, want dat is het geluid van de jaren zeventig. Dat is de periode waarin mijn ouders in een heel zwarte gemeenschap in Nederland opgroeiden en die muziek een belangrijke rol in hun leven speelde. Ik denk dat ze die muziek als een soort spiegel van de zwarte gemeenschap in Amerika zagen.
Is Papa was a Rollin’ Nobody een logisch vervolg op Negra? Voor mij wel. In mijn programma’s focus ik op onderwerpen die met mijzelf te maken hebben. Mijn eerste show ging over mijn eerste grote liefde. Bij Negra ging het niet om het ontkennen, maar juist om het bekennen van mijn zwarte identiteit. Het was voor mij een mijlpaal om dat onderwerp aan te gaan door in Suriname te zoeken naar mijn roots. Ik kwam er voor het eerst voor uit dat ik een zwarte achtergrond heb en dat ik daar trots op mag zijn. Na twee jaar Negra was het tijd voor iets nieuws. Nu nader ik de 31 al. En opeens kwam daar het besef dat ik ben opgegroeid zonder mijn vader. Het werd tijd voor mij om daar iets mee te doen.
Was er moed voor nodig om er een voorstelling over te maken? Ja. Je gaat als het ware in je eigen misère zitten wroeten. Een leven zonder vader heeft mij hard gemaakt. Je bent van jongs af aan bang om afgewezen te worden en bouwt daar een afweermechanisme tegen op. Er bestaat altijd de kant dat iemand waarom je geeft je weer zal laten zitten. Ik heb dat heel lang proberen te negeren, elke gedachte aan mijn vader opzij proberen te zetten. Er zijn dan ook maar weinig mensen die weten dat ik geen vader heb. Nu ga ik het bij wijze van spreke van de daken schreeuwen! Dat lukt alleen omdat ik weet dat het niet alleen mijn verhaal is, maar ook dat van duizenden anderen. Ook op je dertigste is het nog belangrijk dat je een thuishaven hebt om naar toe te gaan, iemand aan wie je je levensvragen kunt stellen. In het theater kan ik kiezen welke gevoelens ik deel en welke ik voor mijzelf houd. Dat maakt het behapbaar.
Heb je je vader weleens gezien? Eén keer, toen ik negen was. Toen stond hij uit het niets voor de deur. Heel raar. Hij wilde met mij en mijn zusje praten. Ook toen dacht ik na negen jaar niet: halleluja, papa is hier. Echt open stond ik dus niet voor dat gesprek. Daarna verdween hij weer en heb ik nooit meer van hem gehoord. Ik heb vaak teruggedacht aan die ene avond en me afgevraagd of hij iets anders van dat gesprek had verwacht. Aan de andere kant: als kind hoor je niet maar één kans te krijgen. De afgelopen twee jaar ben ik via een landelijke organisatie naar mijn vader op zoek geweest. Dat is erg moeilijk, want ik heb alleen een foto waar hij op staat. Toen ik aan deze voorstelling begon, hoopte ik nog dat ik hem snel zou vinden, maar zijn naam en geboortedatum blijken in geen enkel register voor te komen. Het is dus maar de vraag of die wel juist zijn. Hij zei dat hij uit Aruba kwam, maar ook dat staat op losse schroeven. Ik weet niet of hij nog wel in Nederland woont en of hij zelfs nog wel leeft. Ik heb alleen die ene foto. Dat maakt het extra zwaar om aan deze voorstelling te werken.
Welk beeld heb je bij een vader? Iemand die, als je thuis komt van school, liedjes speelt op zijn gitaar en die soms stoere verhalen verteld waarvan je twintig jaar later ontdekt dat het allemaal gebakken lucht was. Ik denk dat een vader heel grappig kan zijn en voor heel veel humor kan zorgen in de combinatie met een moeder. Dat heb ik niet gehad. Nu zijn dit ook wel erg idealistische dromen natuurlijk, want ook een vader is gewoon een mens.
Wat zou je doen als je hem vind, als hij Papa was a Rollin’ Nobody bijvoorbeeld zou zien? Ik hoop het! Maar erg groot is die kans niet. Ik ben de afgelopen jaren regelmatig op posters en in de media te zien geweest, maar hij heeft nooit geprobeerd contact met mij op te nemen. Ik geloof ook niet dat hij ooit nog een vader voor mij zou kunnen zijn en ik heb daar ook geen behoefte aan. Ik zou het gewoon fijn vinden om hem een hand te schudden en in de ogen te kunnen kijken. In de loop der jaren is hij voor mij een soort boeman geworden, maar in werkelijkheid hoeft het natuurlijk helemaal geen onaardige vent te zijn. Ik zou gewoon willen weten wie mijn vader werkelijk is.
Welke reacties verwacht je op de voorstelling? Het is een probleem dat bij heel veel mensen leeft, dus ik verwacht dat veel mensen in de zaal een gevoel van herkenning zullen hebben. Wat mij bij de voorbereiding op deze show heel erg verbaasde is dat veel mensen een weggelopen vader als een zwart probleem zien. Ik geef eerlijk toe dat het in de Surinaamse gemeenschap heel veel voorkomt dat kinderen zonder vader opgroeien, maar het probleem komt toch echt bij mensen van alle afkomsten en alle achtergronden voor. Als het geen vader is die afwezig was, dan ouders met drank- of drugsproblemen waardoor ze er evengoed niet voor hun kinderen zijn. Veel mensen kunnen daar hun eigen verhaal aan ophangen.
Wil je zelf kinderen? Uiteindelijk wel, maar pas als de tijd daar rijp voor is. Ik ben niet iemand die overhaast een kind neemt, alleen omdat de biologische klok doortikt. Het zou best kunnen dat ik op mijn veertigste kinderen wil en het lukt niet meer. So be it. Ik wil geen agendakind alleen omdat mijn eierstokken op zouden drogen. Als ouders zijnde moet je voor de volle 200 procent voor een kind kiezen.
Hoe zie je de toekomst? Ik wil uiteindelijk de overstap naar muziek maken. Dit is mijn derde programma in het format kleinkunst en ik zou hierna graag eens een volledig concert maken. Ik krijg veel complimenten over mijn zangstem en zou dat graag willen benutten door met muziek mijn geld te verdienen. Bij kleinkunst is er altijd een thematiek, een grote lijn die mensen moeten volgen. Daar wil ik graag van loskomen. Ik zou ook de schoolbanken weer in willen, maar dan in het buitenland, zoals New York of Zuid-Afrika. Even mijn kennis opschroeven en mijn stem bijscholen, maar dan natuurlijk op een heel ander niveau.
Je bent in 2003 afgestudeerd aan de toneel- en kleinkunstacademie in Amsterdam. Waarom heb je deze opleiding gekozen? Dat was eerder een keuze van mijn moeder dan van mijzelf. Ik zong en danste altijd al op een jeugdtheaterschool en wilde ook graag ‘iets’ met toneel doen. Maar niet direct na het VWO. Toen wilde ik, net als iedereen, naar Australië. Hell no, zei mijn moeder, jij gaat studeren. Toen ik auditie deed aan de toneelschool ging ik ervan uit dat ik niet eens door de voorrondes zou komen. Dan zou ik mijn schouders ophalen en toch naar Australië gaan. Dat was de set-up. Wonderbaarlijk genoeg kwam ik de eerste keer gelijk door de audities heen. Gelukkig wist ik niet dat we met achthonderd man auditie deden en er maar tien werden aangenomen. Toen de beslissende brief kwam, maakte ik hem niet eens open, dus mijn moeder las als eerste dat ik geslaagd was. Zij begon een vreugdedansje door de kamer te maken en ik dacht alleen maar: nu ga ik dus niet naar Australië…daar gaan mijn plannen.
Waar sta jij voor in het theater? Ik sta heel dicht bij wat ik belangrijk vind, bij mezelf. Ik vind het belangrijk dat je laat zien maatschappelijk betrokken te zijn, dat toneel niet alleen maar amusement is. Ik denk dat ik als zwarte actrice ook een taak heb. Zwarte actrices moeten zichtbaarder worden in theater- en filmland in Nederland. Ze moeten een voorbeeld zijn voor de jeugd. Toen ik opgroeide heb ik weinig zwarte voorbeelden gehad, terwijl het juist belangrijk is om een rolmodel te hebben. De mengelmoes die je op straat ziet moet je terugzien in het theater.
Van oktober 2011 t/m januari 2012 is Joy Wielkens met Papa was a Rollin’ Nobody in de theaters te zien. Bekijk de speellijst op www.VEtheater.nl.