Vorige week besprak ik hier in Do you remember een van onze Vaderlandse bands, de Sandy Coast. Deze keer ga ik de oceaan over naar een band opgericht in New York in 1967. Ze stonden bekend om hun mix van jazz met psychedelische rock. Hun bandnaam is afgeleid van een album van Johnny Cash, kenners weten nu wel over welke band ik het ga hebben. Deze keer in 'Do you remember ….. Blood, Sweat & Tears'.
In de jaren '60 was Blood, Sweat & Tears, opgericht door Al Kooper, Jim Fielder, Fred Lipsius, Randy Brecker, Jerry Weiss, Dick Halligan, Steve Katz en Bobby Colomby, een van de toonaangevende bands die bekend stond om hun mix van van jazz-muziek met psychedelische rock. Hun eerste optreden welke ze gaven in het Café Au Go Go liet hun mix het publiek in extase, dit vanwege de combinatie van deze twee muziekstijlen. Zoals in de inleiding aangegeven is de naam van de band geleend van het uit 1963 daterende album van Johnny Cash met de titel (hoe kan het ook anders) 'Blood, Sweat & Tears'. In 1968 – na het ondertekenen van een platencontract bij het Columbia Records label – kwam hun debuutalbum 'Child Is Father to the Man' uit. Ondanks de zeer goede ontvangst had het album weinig succes, dit vanwege het feit dat er nagenoeg geen pophits op stonden.
{slide=Blood, Sweat & Tears – 'You've Made Me So Very Happy'}http://www.youtube.com/watch?v=quVpo96O3ZU{/slide}
Vanwege de slechte verkoopcijfers liepen de meningsverschillen tussen de bandleden op met als resultaat dat de platenmaatschappij en Katz van mening waren dat Kooper maar moest stoppen met de zangpartijen en zich beter kon richten op het orgelspel. Columbia zou dan wel even een "echte" zanger inhuren, dit viel bij Kooper in zeer slechte aarde waardoor hij besloot om de band te verlaten. Weiss en Brecker kozen ook eieren voor hun geld en begonnen een carriere bij respectievelijk Ambergris en Horace Silver. Voor de zang werd door Columbia gekozen voor David Clayton-Thomas. Tesamen met Chuck Winfield, Lew Soloff en Jerry Hyman kwam het aantal bandleden op negen personen.
{slide=Blood, Sweat & Tears – 'Spinning Wheel'}http://www.youtube.com/watch?v=9RRa8j2y6B8{/slide}
In deze samenstelling namen ze in 1969 hun tweede album, getiteld 'Blood, Sweat & Tears' uit. Dit album deed het een stuk beter dan hun debuutalbum 'Child Is Father to the Man' omdat er meer popinvloeden aanwezig waren. Met de drie succesvolle singles 'You've Made Me So Very Happy', 'Spinning Wheel' en 'And When I Die' werden grote successen behaald. Dit resulteerde in een uitnodiging om een optreden te gaan verzorgen tijdens het legendarische Woodstock festival. Hun derde album welk in 1970 uitkwam bleek een totale flop te zijn. Ook de opvolger deed het niet goed waarme duidelijk was dat er geen progressie was, eerder dat hun nivo aan het dalen was, hetgeen er voor zorgde dat ook de onderlinge relaties tussen de bandleden er op achteruit gingen.
{slide=Blood, Sweat & Tears – 'And When I Die'}http://www.youtube.com/watch?v=unFgFoFebaQ{/slide}
Na een aantal wisselingen van samenstelling besloot de band zich op te splitsen in twee delen, te weten een jazz en een rock deel. Clayton-Thomas besloot om een solocarriere te starten en verliet de groep. Tijdens wederom een flink aantal wisselingen van samenstelling bracht de platenmaatschappij een 'Greatest Hits' album op de markt. Na diverse flops besloot de band om toch een nieuw album op te nemen. Helaas lukte het met 'New Blood' ook niet zo best, dit album deed het niet beter dan zijn voorgangers. Besloten werd om meer de jazzrichting in te slaan, dit tot onvrede van Fielder en Katz welke gelijk uit de band stapten. Ook de albums 'No Sweat' en 'Mirror Image' brachten het succes niet terug. David Clayton-Thomas kwam terug en met hem als zanger werd het album 'New City' wel een succes. Desalniettemin gaf Columbia het vertrouwen in de band op en ontbond het contract. Concurrent ABC Records nam de band onder hun hoede en een contract werd ondertekend. Na het vertrek in 1976 van lid van het eerste uur Bobby Colomby was Clayton-Thomas de persoon die er voor zorgde dat de band bleef bestaan. Momenteel tourt de band nog steeds over de gehele wereld.