‘The Eighth Plague Tour’ een toepasselijke titel voor een journalist die zich alleen overdag al veertig uur per week moet uitsloven. Dat achtste uurtje werken was net de plaag van ondergetekende op de dag dat Machine Head en haar gevolg neerstreek in Tilburg. Gelukkig is de show enige weken geleden verplaatst van Eindhoven (Het Klokgebouw) naar 013 in Tilburg anders was de reistijd vanuit mijn werk-/woonplaats nog langer geweest gezien de spits, de files en het vroege aanvangtijdstip van de show.
Helaas heb ik vanwege mijn persoonlijke ‘achtste plaag’, Darkest Hour, de eerste band van de avond moeten missen. Darkest Hour, afkomstig uit Washington D.C. is met hun mix van (melodieuze) death metal en hardcore misschien niet de meest afwisselende- en originele band in hun genre, maar de band bestaat al sinds 1995 en heeft inmiddels al zeven studio platen op de wereld los gelaten. Een gemiste kans, jammer! Bij aankomst in Tilburg deed het deed me deugd om te zien dat 013 volledig was uitverkocht. Al tijdens de eerste tonen van Devil Driver werd het publiek omgeleid naar de zaalingang op de eerste verdieping omdat het lager gelegen zaalgedeelte al volledig gevuld was met uitzinnige metalheads.
De slechts (lees: maar) vijfendertig minuten durende show van deze band geformeerd rondom ex-Coal Chamber-zanger Dez Fafara, heb ik vanaf een flinke afstand mogen aanschouwen, en het was een lust voor zowel oog als oor! De band speelde strak… superstrak, dit mede door het (bas-)drumgeweld van drummer John Boecklin. In de korte tijd dat Devil Driver mocht spelen, ramde de band een ‘the best of’ van hun gehele oeuvre door de zaal heen en opvallend was dat het album ‘Pray for Villains’ uit 2009 daarbij volledig overgeslagen werd. Het publiek op de begane grond van de Dommelsch zaal ging helemaal los en bij de songs ‘Not all Who Wander are Lost’, ‘Before the Hangman’s Noose’ en ‘I Could Care Less’ ontstonden er prachtige, vloervullende ‘circle pits’. Zanger Dez Fafara gaat zich na deze tour bezig houden met een reünie van zijn vorige (nu-metal georiënteerde band) Coal Chamber, maar ik hoop dat hij Devil Driver ook in leven houdt. Want Devil Driver is gedreven, hard, heftig en goed.
Gezien het affiche van vanavond heb ik nooit begrepen waarom het Engelse kwintet Bring Me The Horizon boven Devil Driver stond geprogrammeerd. Nu ik dit verslag zit te schrijven snap ik dat nog steeds niet. Ik ga de band niet afkraken want gezien de populariteit bij een bepaalde doelgroep en hun harde werken verdienen deze jonkies dat ook niet. Maar Bring Me The Horizon is vanavond te beschouwen als de goede band op de verkeerde plaats. De ‘so called’ (emo)metalcoreband speelde van beide full lenght cd’s elk vier nummers die vooral bij enkele jongere bezoekers in de smaak vielen. De regelmatige terugkerende kreten als ‘Get the Fuck Up Tilburg’ en ‘Circle Fucking Pit’ van zanger/schreeuwer Oliver Sykes kwamen niet over op het grootste gedeelte van het publiek. Het is grappig om er getuige van te zijn dat een jochie van een jaar of zestien oud met naar voren gekamde haartjes de kleine ‘pit’ in duikt om later trots aan zijn vriendinnetje van puberleeftijd te vragen “Heb je me gezien?”
Er worden vlak voor het podium veel grappen gemaakt door bezoekers zoals: “Waarom speelt deze band niet als eerst, dan kunnen de kinderen naar bed”, en over de bandleden: “Ik dacht dat het tatoeëren van kinderen verboden was”. Bring Me The Horizon speelde echt niet slecht, maar deze band hoort gewoon niet thuis op de affiche van een tour met oud gedienden. Dit is muziek voor een heel andere generatie en een heel andere subcultuur, dan die van deze avond. Het publiek scandeert na het optreden van Bring Me The Horizon massaal en herhaaldelijk de woorden “Machine ‘Fucking’ Head”. Als de zaallichten doven tijdens ‘Diary of a Madman’ van Ozzy Osbourne, breekt er een geweldig gejoel uit in 013, de spanning is te snijden. Bij de eerste ingezette meeslepende tonen van ‘I Am Hell (Sonata in C#)’, tevens de opening song van hun laatste cd ‘Unto the Locust’ heeft Machine Head de zaal al compleet in hun grip. Wat een sfeer!!! Twee mega grote beamers verzorgen het visuele aspect door afbeeldingen te tonen van de meest recente cd hoes, en later van de andere hoezen behorend bij de songs, op de drie opgestelde podium doeken.
Tijdens het geweldige openingsnummer heeft Machine Head al gewonnen, de zaal staat compleet op z’n kop terwijl het feest is nog maar net enkele seconden is begonnen. Machine Head heeft lef, want na het tweede nummer ‘Be Still and Know’, eveneens afkomstig van het ‘Unto the Locust‘ album, worden er nog vier nummers van dat laatste album gespeeld. Opvallend was dat elk nummer van die cd massaal werd meegezongen door het publiek, en dat is tekenend voor de kwaliteit van dat album. De meestal zo stoer uitziende gitarist Phil Demmel die als laatste is toegetreden tot de band ontpopte zich als een ware entertainer, door het publiek op te zwepen en zelfs met zijn innemende glimlach in te spelen op individuen in het publiek. Regelmatig verliet de band kortstondig het podium om van instrumenten te wisselen waarna het kwartet telkens weer onder de luide spreekkoor ‘Machine ‘Fucking’ Head’ terugkeerde om wederom een klap uit te delen aan het publiek. Naast enkele (3) nummers van het come-back album ‘The Blackening’ mocht het publiek genieten van klassiekers als ‘The Blood The Sweat The Tears’, ‘Old’, ‘Bulldozer’, ‘Ten Ton Hammer’ en de bijna verplichte toegiften ‘Halo’ en het lijflied ‘Davidian’. Ik heb Machine Head al vele malen eerder live gezien, maar het was nog nooit zo heftig als vanavond, dat geldt voor de band alsmede voor de zeer actieve publieksreactie. Volgende keer maar weer naar de HMH of zelfs naar Ahoy. 013 is een mooie zaal, één van mijn favorieten, maar wel een maatje te klein voor MACHINE ‘FUCKING’ HEAD.
Foto’s (c) 2011 Theo Wapenaar