De grote zaal van de melkweg is nog vrij leeg als ik er binnen loop. De meeste mensen staan achterin wat te hangen bij de bar, leunen tegen de muur of staan als een soort van rugbyscrum bij elkaar gedoken. Met een biertje in mijn hand en nieuwsgierigheid in mijn neus baan ik mij een weg naar het lege deel van de zaal: Vooraan bij het podium. Ik was iets later aangekomen dan dat ik gepland had en het voorprogramma was al bezig: D/R/U/G/S.
D/R/U/G/S bestaat uit een man en zijn machine; Callum Wright maakt elektronische muziek die amper te omschrijven is. Het is geen dance, het is ook geen minimal maar het is wél tof! Ik heb het voor het gemak maar ‘Dans-en-luister-house’ genoemd, wat volgens mij de lading wel dekt. Zijn muziek heeft de beats en de opbouw om compleet los op te gaan terwijl er op hetzelfde moment geluiden doorheen blazen die je doen stilstaan, je hoofd een tikkeltje schuin laat houden en laat denken: “Maar… dit is eigenlijk heel anders dan anders”. De meerdere muzikale lagen maken zijn tracks perfect om zowel keihard op te dansen als in een stoel te zitten, een beetje weg te dromen en écht te luisteren. Op het podium staat Wright in zijn leren jas, ingebouwd tussen de met doeken overdekte spullen van Digitalism, achter een tafeltje waar zijn apparatuur opgestapeld is wat hem een nogal kleine aanblik geeft.
Terwijl hij constant aan allerhande knopjes draait en af en toe een drumstok erbij pakt om nieuwe beats te creëren deinen de mensen die aan het podium staan voorzichtig mee op de muziek. Op een gegeven moment wordt de opbouw voelbaar en is het wachten op de climax. Stukje bij beetje voel je de beats als een elektronische tsunami op je af komen rollen; nog zestien maten, nog acht maten. Je bloed gaat ietsjes sneller stromen als je je klaarmaakt om op te springen en de vloedgolf met open armen te verwelkomen. Nog vier maten, nog twee… [….]. Enigszins verward en gedesoriënteerd wordt er opgekeken als de muziek abrupt tot een pijnlijke stilstand komt. Alle ogen zijn nu op het podium gericht waar Wright met een gezicht als een donderwolk, binnensmonds vloekend, om zijn tafel heenloopt en zich met gebaren verontschuldigd voor de uitgevallen stekkerdoos.
Gelukkig is het crisisteam van de Melkweg niet ver weg en nadat de elektriciteit weer is aangesloten vervolgt Wright zijn setlist maar de tsunami is intussen in miljoenen regendruppeltjes uitelkaar gespat. Nadat de set van D/R/U/G/S is afgebouwd wordt de apparatuur van Digitalism ontdaan van de zwarte doeken en deze onthullen een drumstel en een gigantische desk met knopjes, schuifjes en de hele mikmak. Terwijl de huis-DJ het wachten wat draaglijker maakt schuifelt de menigte masaal naar voren en ik moet me haasten om een gunstig plekje te bemachtigen in het midden, vooraan het podium. Wanneer de doeken achter de coulissen dicht zijn gesmeten zet een roadie een retro 50’s microfoon klaar voor de vocale partijen van Jens Moelle. Niet lang daarna dimmen de lichten, stopt de muziek en komen de leden van Digitalism onder gejuich en geklap op. Zonder een blik de zaal in te werpen buigen Jens “Jence” Moelle en Ismail “Isi”tüfekçi zich over de knoppen en bijgestaan door de livedrummer starten ze het concert.
Al bij het eerste nummer staat de hele zaal te dansen wat een goedkeurende blik en een brede, bebaarde glimlach van Isi oplevert. Wanneer Magnets, van het eerste album ‘Idealism’, wordt ingezet gaan de handjes omhoog en bewegen alle monden in sync bij het “MagnetsMagnets” en “YouMeWeBaby”. Natuurlijk komen ook de single ‘Zdarlight’ en ‘Digitalism in Cairo’ (een re-edit van ‘Fire in Cairo’ van The Cure) voorbij maar wanneer het intro van ‘Two Hearts’ begint gilt de massa de boel bij elkaar. Vooraan is een groepje jongens ook een pit gestart en terwijl ik er midden in duik danst de zaal verder tot het Jence en Isi het podium verlaten. Gelukkig laat het Duitse duo niet lang op zich wachten wanneer er uit alle macht om meer gegilt word. De toegift duurt ruwweg vijf nummers, tijdens het dansen ben ik de tel kwijtgeraakt, en bij een van de laatste nummers schreeuwt Isi iets onverstaanbaars door zijn microfoon.
Nou gebeurt dat wel vaker bij artiesten dus besteed ik er niet teveel aandacht aan. Maar nadat hij hetzelfde nog enkele keren de zaal in blért probeer ik toch te ontcijferen wat hij zegt; belangrijker nog, in welke taal hij het zegt. Na Duits en Engels weggestreept te hebben begrijp ik dat hij roept “Op de knieën!” Op datzelfde moment lijkt het kwartje bij de rest van de mensen ook te vallen en men stoot elkaar aan en zakt naar de grond. Als hij ziet dat zijn boodschap eindelijk wordt begrepen richt hij zich tot de mensen op het balkon die wat halstarriger zijn maar uiteinelijk ook door de knieën gaan wat nog een brede grijns bij de bebaarde knuffelbeer veroorzaakt. Helaas heeft hij het verkeerde nummer gekozen om deze truc uit te halen want de aanloop naar de climax is niet duidelijk genoeg waardoor het opspringen nogal ongecontroleerd uitpakte en niet zo explosief was als de bedoeling was. Gelukkig trekt niemand zich hier veel van aan en danst men ongestoord verder tot het tijd is voor Digitalism om hun biezen te pakken, de tourbus inrollen en naar de volgende stad te reizen waar ze hun volgende feestje organiseren.