Jaren ’70 hardrock (Black Sabbath, Deep Purple, Led Zeppelin) in een prettige mix met jaren ’90 stoner rock (Queens of the Stone Age), zo omschrijft de Australische band Tracer zelf zijn muziek. En daar is geen woord teveel mee gezegd. Op Spaces in Between, de eerste langspeler van de groep, na EP’s Into the Night en L.A.?, klinkt hardrock met hart en ziel alsof het opnieuw uitgevonden is. Twaalf nummers met vette riffs, zware bas en drijvende drums, wonderschone melodische gitaarsolo’s en rauwe vocals.
De opener, ‘Too Much’, als clip op de website van de band te zien, staat als een huis en smaakt naar meer. Wat volgt is een album met sterke nummers, zoals het mooi opgebouwde ‘Walk alone’, klassieke gitaarrock in ‘Voice in the rain’ en het zware ‘Spaces in between’. Hoogtepunt vormt ‘Dead inside’, dat vanuit een mysterieus ingehouden begin toewerkt naar een scheurend rauwe climax. Verrassend zijn de nummers waarbij teruggegrepen wordt naar de oude Delta Blues, zoals de footstamp in ‘Louder than this’ en het begin en slot van ‘Won’t let it die (Run Mary)’, dat een directe verwijzing lijkt naar blues gitarist Tony Joe White.
Broers Michael (gitaar en zang) en Leigh (bas en zang) Brown en drummer Andre Wise mogen dan twintigers zijn, met ‘Spaces in Between’ heeft Tracer een volwassen album gemaakt. Dat de band veel optreedt (inmiddels toert de band voor de derde keer door Europa) is terug te horen op de plaat. De band speelt strak, de nummers klinken authentiek en doortimmerd. Als er iets af te dingen is op het album, is het dat sommige nummers een beetje inzakken tot logge, dertien in het dozijn hardrock. Maar even zo vaak wordt dat doorbroken door een mooie gitaarsolo en ben je als luisteraar weer helemaal bij de les. (8/10) (Cool Green Recordings)
{slide=Tracer – Too Much}http://www.youtube.com/watch?v=bpv2DYrE5eo{/slide}