Wat voor band zou Bettie Serveert zijn geweest als de Velvet Underground niet had bestaan? Al in het introductiefilmpje van de band, die zaterdag in een uitzinnig Paradiso zijn twintigste verjaardag vierde, was de geest van Andy Warhol te zien, de excentrieke kunstenaar die in 1966 de Velvet Underground onder zijn hoede nam.
En ook tijdens het optreden van Bettie Serveert, de integrale uitvoering van hun eerste plaat Palomine met een toegift van nummers waar fans vooraf op hadden kunnen stemmen, waren er momenten dat het groezelige geluid van de New Yorkse band doorklonk. Dat neemt niet weg dat Bettie Serveert een zeer eigen stijl heeft, gedragen door gitarist Peter Visser en zangeres Carol van Dyk. De technische purist Visser speelt melodisch virtuoos en sluit naadloos aan op de persoonlijke en innemende stem van Van Dyk. Aangevuld met bassist Herman Bunskoeke en de voor de gelegenheid bijgeschoven drummer van het eerste uur Berend Dubbe is Bettie Serveert een band die moeilijk in een muzikaal hokje te stoppen is.
Dat eigen geluid zorgt er ook voor dat Palomine na twintig jaar nog niets aan kracht heeft ingeboet. Even tijdloos als toen de plaat in 1992 uitkwam, gespeeld door een band die in de tussentijd enorm gegroeid is en prachtige albums als Private Suit en het vorig jaar verschenen Pharmacy of Love heeft gemaakt. Uit het enthousiasme van de band bleek dat het voor hen misschien nog wel een groter feest was om in Paradiso te staan dan voor het publiek. Het publiek op zijn beurt haalde de band terug voor een tweede toegift, een heel klein en wonderschoon gespeeld Silent Spring. Bettie Serveert is een parel in de Nederlandse muziekscene. Een band waar we heel zuinig op moeten zijn.
Foto’s (c) 2011 Robert Tjalondo