Paolo Nutini. Het enige wat Italiaans is aan deze man is zijn naam. Opgegroeid in Paisley, Schotland zou hij zijn vaders Fish&Chips winkel overnemen maar besloot toch maar om de muziekbusiness in te gaan. En wat een geluk is dat voor ons! Op internet zag ik dat het concert uitverkocht was, dus verliet ik met voorbedachten rade mijn huis met enige vertraging. Als het zo druk is zal iedereen wel vroeg komen, dus als ik ietsjes later ben hoef ik mooi niet in de rij te staan voor de garderobe; Zo was mijn gedachtengang. Nou, ik kwam van een koude kermis thuis. Zelfs om kwart voor acht, drie kwartier nadat de deuren open gingen, stonden de mensen drie rijen dik voor de jassen. Dit belooft wat dacht ik bij mezelf.
Eenmaal in de zaal zag ik dat het gezellig druk was en ik mengde me met mijn biertje onder de mensen. Midden in de mensenmassa ontdekte ik dat zo ongeveer iedereen langer was dan ik en dat ik dus nog geen glimp van Mr. Nutini te zien zou krijgen als ik daar zou blijven staan. Daarom zocht ik het hogerop en op het eerste balkon vond ik dan toch een plekje, net achter een fotograaf met een gebroken been. Op dat moment werd het licht gedimd en draaide de DJ het volume van de muziek naar nul. De spots knipten aan en in een blauwige gloed kwam ons voorprogramma op genaamd Carly Connor.
Meestal heb ik het niet zo op losse zangeresjes in een voorprogramma. Vaak hebben ze maar een gemiddelde stem en weinig originele liedjes. Boy was I wrong! Carly Connor kwam op in een te groot blauw T-shirt bedrukt met de woorden ‘Jack Kills’. Ik kan alleen maar gissen naar wat de betekenis hiervan is, maar Jack the Ripper was mijn eerste gok. Ze werd vergezeld door een gitarist en een jongen die op een houten blok ging zitten en een tamboerijn voor zijn voeten gooide als vervanging voor de drummer. Met een verlegen glimlach kondigt ze zichzelf aan en maakt een blije opmerking over de Schotse vlaggen die aan de balkons hangen waarop ze een onverstaanbaar antwoord krijgt van de Schotse fans die deze hebben meegenomen. Dan wordt het nummer ‘Night Creeper’ ingestart.
Man! Wat een stem heeft die vrouw! Alsof ze opstaat met een sigaret en een dubbele whisky en voor het slapen gaan nog even gorgelt met een single malt. ‘Night Creeper’ is een bluesrock song met wat folk invloeden en het blijft niet bij dat ene nummer. Haar hele repertoire lijkt uit de eind jaren ’60 getrokken te zijn en met zo’n rauwe stem kan ze zich rustig meten met John Fogerty van Creedence Clearwater Revival.
Nadat Carly en haar band een half uurtje hebben vol gespeeld verdwenen ze onder geklap en gejuich van het podium waarna het tijd is om het podium klaar te zetten voor de hoofdact. Roadies lopen af en aan met apparatuur en snoeren. Gitaren worden gestemd, microfoons worden getest en zelfs biertjes worden geopend en klaargezet. Dan is het eindelijk tijd en de lichten worden wederom gedimd en weerklinkt er vreemdgenoeg een soort van showtune die je bij een show van Jos Brink zou verwachten. De band (bestaande uit drums, twee gitaren, basgitaar, trompet, trombone en saxofoon) komt onder luid gejuich op, neemt plaats achter zijn instrument en start direct het intro van ‘Jenny don’t be hasty’ in. In een slome, relaxte tred betreed Paolo Nutini dan eindelijk het podium en het publiek gilt nog harder. Op dit moment valt het me pas op hoeveel vrouwen eigenlijk deel uitmaken van het publiek en voel me lichtelijk in de minderheid. Gelukkig hoef ik daar niet lang over na te denken omdat Paolo zijn mond open trekt en zijn hart uitstort.
Nadat iedereen heeft meegezongen met zijn hitsingle is het tijd voor het uptempo ‘Alloway Grove’. Deze versie duurt, in tegenstelling tot die op de CD, geen dertien minuten welke wordt gevolgd door 10/10, het eerste nummer op zijn tweede album Sunny Side Up. Tijdens dit nummer verschijnt er plotseling een grote grijns op Paolo’s gezicht en vanaf dat moment stort hij zich vol overgave in zijn performance. Of dit plezier en enthousiasme kwam omdat het publiek zo uitzinnig was is nog maar de vraag want de beste man dronk als een uitgedroogde olifant zijn voorgeopende blikjes bier leeg terwijl hij ondertussen nog wat glazen wijn naar binnen goot. Wonderbaarlijk genoeg leek het zijn stem of show niet aan te tasten. Zijn stem bleef vast en zijn lach werd breder.
Terwijl Paolo bezig is het publiek te vermaken valt me opeens iets geheel anders op. Het gebruik van de lichten tijdens het concert is prachtig. De kleuren lijken afgestemd op de lading van de nummers en worden feller en zachter op precies de goede momenten. Hoewel Paolo Nutini de show natuurlijk steelt wordt hij perfect ondersteund door de spots die zijn teksten benadrukken en zijn muziek tot leven laten komen.
Tussen de nummers door neemt Paolo even de tijd om tegen zijn fans te babbelen, de Schotten in het bijzonder. Het babbelen gaat over in brabbelen als ze Schots beginnen te praten en er geen touw meer aan vast te knopen is. Wat ik uit de gebaren kan begrijpen is dat Paolo het tof vind dat ze van de partij zijn en aan de handkussjes te zien houden de fans ook van hem. Dan maakt Paolo een opmerking over de kilt die een van hen aan heeft en als antwoord trekt de man zonder blikken of blozen zijn geruite rok omhoog. Gelukkig stonden de Schotten op een balkon en blokkeerde de balustrade het zicht op wat voor mij een terugkerende nachtmerrie had kunnen betekenen.
Hierna wordt ‘Coming Up Easy’ ingezet en gaat het publiek weer los. Het concert kabbelt lekker voort, het tempo aanhoudend waarmee Paolo het podium opgeslentert kwam. Hier een verhaaltje, daar een liedje en dan even wat bandleden voorstellen. Even later is het tijd voor het liedje met de ‘Funky Cigarette’ waarbij hij grinnikend verteld dat dit wel een grappig liedje is welk, je raad het al, over wiet gaat. Gelukkig is dit wilde lied aan het Nederlandse publiek welbesteed en de zaal barst los in allemaal kleine dansjes op de geringe ruimte die ze hebben.
Wanneer het nummer stopt is het nog niet uit met de pret, want ‘New Shoes’ wordt in gestart. In plaats van de CD versie te zingen heeft hij besloten om er een bluesy sausje overheen te gieten en gaat los als een volleerd rockster waarbij hij aan het einde zelfs á la Elvis op een knie valt om de laatste noot te zingen. En dan is het nog niet afgelopen met de vergelijkingen van grote helden want het nummer dat volgt zingt hij met zoveel emotie in zijn stem dat Otis Redding er een traan van weg zou moeten pinken.
Uiteindelijk kondigt hij dan toch het laatste nummer aan en terwijl het publiek een breed scala aan teleurgestelde geluiden uit geeft hij ons een vette knipoog en steekt de draak met de concert/toegift routine. Wanneer de laatste maten van het nummer nog weerklinken grijpt Paolo zijn glas en fles wijn en verdwijnt backstage waarna de band onder luid gejuich volgt.
Nog geen drie minuten later verschijnt de gehele band weer op het podium alsof ze in de coulissen stonden te trappelen om weer terug te mogen. Ook Paolo keert terug, zijn wijn nog steeds in de hand, heft zijn glas naar het publiek en kondigt een nieuw nummer aan genaamd ‘Cherry Blossom’ waarbij hij vertelt dat het de eerste keer is dat ze dit spelen en dat wij de jury zullen moeten spelen. Gelukkig is het een sterk nummer en ontvangen ze een groot applaus nadat het nummer is afgelopen.
MGMT’s ‘Time to Pretend’ volgt. Veel mensen vinden covers tijdens een concert stom en overbodig. Ik ben daarentegen van mening dat de keuze van covers en de manier waarop ze gepresenteerd worden een hoop over de artiest zegt. Ik was dan ook blij verrast toen de brass sectie de synthesisers inblies, terwijl Paolo zijn eigen stijl toevoegde aan het nummer. Als laatste zingt hij dan nog ‘Last Request’; op een veel ingetogener manier dan op de CD maar niet minder mooi.
Nadat Paolo ons heeft bedankt en zijn gedag heeft gezegd, blijft hij nog even staan en zegt plots met een grote grijns: “Why not jus one more song, eh? Because you are so nice!” De menigte juicht harder dan tevoren om deze onverwachte verrassing, maar na ‘Common Truth’ is het toch echt afgelopen en is het voor iedereen tijd om naar huis te gaan.
Eenmaal in de trein terug naar mijn huisje in Leiden overdacht ik het concert nog eens. Ik merkte de verscheidenheid van Paolo’s muziekstijl op: variendend van pop en rock naar ska en lichte reggae, terwijl zijn nieuwe nummers in een meer bluesy jasje waren gestoken en in sommige nummers, door de blazerssectie, zelfs een beetje swing-jazz door klonk. Als dit een voorproefje was van de stijl van zijn nieuwe album ben ik verkocht.