Onlangs ging het vierde soloprogramma van Jochen Otten in première, genaamd ‘Belastend Materiaal’. Recensenten schrijven hierover: “Het wordt moeilijk om niet in een slappe lach te blijven hangen” en “Jochen Otten kan mooi verhalen vertellen, een tragische sfeer neerzetten en dit overladen met gitzwarte humor. De kracht hiervan is niet een enkele grap die het moet doen, maar een constant ondergedompeld zijn in zijn komische wereld.” Dat is niet mis…
Jeroen is het duidelijk eens: “Het is fijn te merken dat het werkt, wat je bedacht hebt. Je schrijft een programma, maar in de zaal blijkt pas of het ook tastbaar is voor de mensen. De zaal lacht omdat ze geraakt wordt, het mooiste wat er is, vind ik. Lekker lachen om je eigen pijn.”
Je vertelt geen verhaal van a tot z, maar je stapelt veel grappen op elkaar, in een niet altijd logische volgorde. Waarom geen rode draad? “Ik vind een logische kop en een staart niet interessant. Ouderwets. Een rode draad is ook niet meer nodig in deze tijd. Ik vertrouw erop dat als ik de mensen trakteer op bizarre scènes, flarden van verhalen en vooral heel veel grappen.. dat ze zelf het verhaal en wat eronder ligt, eruit halen. Publiek is niet achterlijk. Je hoeft ze niet meer te helpen zoals vroeger. Ik maak cabaret dat als postmodern te typeren is, a la Quentin Tarentino: je ziet flarden en daaruit haalt de kijker zijn waarheid.”
Dus het gaat wel ergens over? Otten knikt bevestigend: “Haha. Het gaat zeker wel ergens over. Ik zou het niet volhouden om 130 keer alleen maar flauwekul te verkondigen. Als ik schrijf kijk ik naar wat me bezig houdt en wat me opvalt om me heen. Ik verbaas me over de woede die in mensen kan zitten. Ook bij mezelf. Ik ben op zoek gegaan naar het waarom van die woede. Eigenlijk kom je dan alleen maar hele grappige dingen tegen. Opgekropte woede kan zo grappig zijn. Dat is de basis voor mijn voorstelling geworden.”
Dus geen maatschappijkritisch verhaal? “Nee, ik doe op zaterdag de column bij Spijkers met Koppen op radio 2. Daar kan ik mijn actualiteiten kwijt. In het theater hou ik meer van tijdloze humor.”
In de voorstelling die ik zag had je veel interactie met het publiek. Was dat toeval of is dat elke avond zo? “Dat is elke avond zo. Gelukkig. Ik vind het contact met de zaal belangrijk. Anders kan ik ook een boek schrijven. Het maakt ook elke avond compleet anders en het blijft spannend voor mezelf. Het is wat ik in Toomler geleerd heb. Dat is een stand-up cafe waar de top van de Nederlandse stand-up zich verenigt. Van daar uit tour ik ook mee in de comedytrain. In mijn eerste twee programma’s maakte ik vooral fysiek cabaret. Toen ik bij Toomler ging aangenomen werd, werd ‘tekst’, maar vooral mijn band met het publiek belangrijker. Ik merk dat mensen in mijn zaal vrij openhartig zijn en niet bang zijn om terug te praten. Dat komt denk ik, doordat ik niemand aanval of beledig.”
Als ik je in moet delen is wat je maakt dus stand-up comedy met de invloed van mime en fysiek theater, met veel interactie, oneliners en een hoge grapdichtheid? “Ach, het is de kenners nog niet gelukt om me in een vorm-hokje te plaatsen, noem het hoe je het wilt, het belangrijkste voor mij is toch dat mensen hard lachen en geraakt zijn.”
Je won de persoonlijkheidsprijs van Cameretten, behaalde een finalistenplek bij het Leids Cabaretfestival en ook won je de publieksprijs op het HCPP. Bij de vakjury’s wist je het al aardig ver te schoppen. “Mensen uit de theaterwereld en de cabaretfreaks volgen me al een aantal jaren, maar nu zie ik het steeds drukker worden in de zalen en groeit mijn publiek ineens snel. Dat is heel leuk om te merken.”
Jeroen Bakker schreef in zijn recensie: “Met zijn vierde programma bewijst Otten maar weer eens dat hij tot de best bewaarde ‘geheimen’ van de theaterwereld behoort.” Jochen is het nog steeds eens en sluit af met een duidelijke bevestiging: “Ja, nog wel ja.”
Jochen Otten staat nog tot halverwege juni in de Nederlandse Theaters. Voor meer informatie: http://www.jochenotten.nl/speellijst/