Walk The Line in Den Haag, een festival dat het gebied rond de Grote Markt aandoet, het lijkt al enige tijd te bestaan, maar niets is minder waar; Walk The Line viert dit jaar zijn twee jarig bestaan. Twee dagen van leuke muziek luisteren en dansen wacht op mij.
Dag 1:
Intergalactic Lovers staat als eerste op ons programma, we vinden ze in de Supermarkt, het kleine café/poppodium van Den Haag, al menig artiest is gecharmeerd van de naam, ook deze band is daar geen uitzondering op. Als de Vlaamse indie-rockband begint te spelen reageert het publiek niet heel enthousiast, de band klinkt goed maar ook als iets wat we al eerder hebben gehoord. Toch waagt hier en daar een persoon zich aan het mee bewegen op de muziek maar het grootste deel staat stil, luistert en klapt op de aangegeven momenten. Na een matig eind applaus wil eigenlijk iedereen zich al omdraaien om naar een volgend optreden te gaan als plotseling zangeres Lara Chedraoui weer terug is met een gitaar. Het publiek gunt het de band te slagen maar staat niet meer met enthousiasme te kijken als er nog drie nummers gespeeld worden. Al met al is Intergalactic Lovers een leuke band maar weinig memorabel.
Broken Records, een zeskoppig indy-folk bandje uit Schotland, gelukkig pakken we nog het einde van de set mee, want wat is dit leuk! De band klets tussen de nummers door gezellig met het publiek: “I brought six guitars, just ‘cause I care so much.” Laat zanger Jamie Sutherland ons weten. De band werd ook al hoog aangeschreven door de bekende muziekbladen en werden vergeleken met bands als Arcade Fire, en terecht. “If you want to get us drunk, by all means, do! We’re very poor” is het laatste wat de band ons vertelt voordat ze helaas het podium alweer moeten verlaten. Jammer dat we deze band niet in zijn geheel hebben gekeken, maar wat we hebben gezien heeft ons overtuigt dat Broken Records het waard is om nog een keer live te gaan zien. Go Broken Records!
Als derde begeven we ons naar de kleine zaal van ’t Paard, hier zullen de Engelse rebeljongetjes van The Pigeon Detectives laten zien wat ze kunnen. Al snel staat de zaal helemaal vol, en dan… valt het tegen. Hoe erg de mannen het ook proberen het publiek doet niet mee, en dan worden, misschien uit een soort angst, de zelfde trucs keer op keer herhaald. Zanger Matt Bowman zwaait zijn microfoon rond aan het snoer, laat los en vangt de microfoon weer, het publiek in shock achterlatend. Flesjes water worden geopend, er wordt een slok genomen en de rest wordt over het hoofd leeg gegooid. Terwijl Matt uitvalt tegen de fotograven, die zich op de voorste rij hebben geschaard, staat de rest van de band er rustig naar te kijken, “Every time you take a picture, a child in Africa dies” snauwt hij ze toe. Pigeon Detectives hadden zoveel beter kunnen zijn, de muziek vraagt om dansen maar de band lijkt te vergeten hoe ze het publiek zover moeten krijgen, of zijn de mensen in Den Haag vergeten hoe ze moeten bewegen? Al met al een oké optreden van een band die veel beter kan.
Als laatste nemen we nog een kijkje bij Bear Driver, de band is met zes man te groot voor het podium bij de Rootz en hebben daarom hun bassist ernaast geplaatst. De beste man, of liever gezegd: jongen, heeft nergens last van en lijkt meer bezig te zijn met een jam sessie in de oefenruimte dan een echt optreden voor publiek. Bear Driver wil iets te graag spelen en gaat daarom te hard hard, zo hard dat op momenten de zang wegvalt tussen de instrumenten, jammer. Iets rustiger en het was een perfect optreden geweest met leuke nummers. Als het optreden is afgelopen geeft Bear Driver gratis cd’s weg, gratis cd’s die net zijn gebrand en met de hand beschreven zijn, charmant is het, als een echt bandje dat nog aan de weg timmert. Dit maakt Bear Driver al met al een zeer fijne band om naar te kijken en te luisteren, omdat ze muziek maken met kinderlijke passie.
Dag 2
Dag twee is de dag die we de hele avond in de grote zaal zullen besteden, wat wil je ook met optredens van Jonathan Jeremiah en Cold War Kids op de planning.
We beginnen de avond met een drankje en een kijkje bij Akron/Family een verbazingwekkend leuke band. Als bij opkomst niemand in het publiek reageert gaan ze maar worstelen met elkaar, dat krijgt het publiek enthousiast. Akron/Family is een experimentele rock band die zich in 2002 gevormd heeft in Portland Oreagon. Alle bandleden spelen verschillende instrumenten en zijn niet bang om publiek kwijt te raken in hun wisseling van hard, naar zacht, naar de uitersten van experimenteel. Het is het tijd voor wat publieksparticipatie, iedereen moet zijn hand in de lucht doen met de wijsvinger naar boven. Als ook de ogen van het publiek allemaal dicht zijn, met een stiekeme ongemakkelijke kijker ertussen, worden we mee genomen in een verhaal over strand, zee en schoonheid. “This is the inner dance. I will now teach you the outer dance” en zo gaat het, als de ogen weer open zijn moeten we zachtjes met onze heupen heen en weer wiegen, aan het einde heeft de hele zaal een lamme arm, maar wat was het heerlijk om even mee te gaan in de gekke wereld van Akron/Family. Hier en daar wordt al geroepen dat Acorn/Family misschien wel de ontdekking van Walk The Line is, iets wat lastig valt te ontkennen met zoveel charme.
Jonathan Jeremiah, misschien wel een van de bekendste namen van het festival, met zijn hit op 3fm ‘Happiness’ kan je er bijna niet omheen en moet je wel een kijkje komen nemen bij deze man. Verbazend is het dan ook niet als de zaal vol staat als Jonathan het podium op komt. Een nummer wordt er geluisterd, maar valt de concentratie van het publiek weg, er wordt dwars door de bloedmooie nummers heen gepraat. Meerdere malen wordt er vanuit het publiek een luide ‘sssstttt’ geuit maar er wordt niet geluisterd. Jonathan probeert het zelf ook een keer, dit keer lukt het om het publiek een half nummer stil te krijgen. Al snel zijn er tweets te lezen met ongeveer allemaal de zelfde strekking ‘Als Walk The Line Festival zou ik me plaatsvervangend schamen voor het publiek bij Jonathan Jeremiah!’ Jammer is het, deze man verdient een zaal die stil kan zijn, rustig kan kijken en op de juiste momenten misschien even een deuntje mee zingt. Als Jonathan dan klaar is met zingen verwacht niemand dat hij nog op het podium zal verschijnen , als hij dit wel doet gaat het allemaal niet zo lekker, het publiek voelt het niet helemaal en aan Jonathan is te zien dat hij liever ergens anders was. “This next song is called Sssttt” grapt Jonathan voor hij het volgende nummer in zet, het publiek kan dit wel waarderen en er kan een kleine lach vanaf.
Voor Cold War Kids hebben we besloten maar in de zaal te blijven, veel wordt er verwacht van deze band want zelf het bovenste balkon, die de hele dag al dicht was worden geopend. Een schare aan fans vestigt zich aan de rechter kant van de zaal en alle bandshirts staren je aan. Cold War Kids is dus duidelijk populair. Wat dan jammer is om te zien is dat de band vergeten is hoe je plezier maakt op het podium, de nummers worden afgedraaid en zodra een nummer is geëindigd wordt meteen de volgende ingezet. Er is weinig interactie met het publiek behalve dan die paar keer dat er wordt gevraagd of het publiek er nog zin in heeft. Cold War Kids spelen een uur, iets wat net te lang lijkt voor het grote deel van het publiek, na ongeveer drie kwartier zijn er gapende hoofdjes te zien en wordt er gewacht op het einde. Hoewel Cold War Kids een zeer goede band is, de fans het geweldig vinden mist er toch iets; interactie met het publiek. Jammer, van deze zeer indrukwekkende band uit Californië!
Eigenlijk is Walk the Line dan officieel afgelopen, maar een festival zou geen festival zijn zonder afterparty, hiervoor hebben ze onder andere Crystal Fighters uitgenodigd. Een band die we eerder hebben gezien en dus weten wat er van te verwachten valt: een groot zweetbad met opzwepende muziek, hiervoor blijven we dus ook nog maar even staan. Wat een prachtige band is Crystal Fighters. Neem een man met ontbloot bovenlichaam, een man met veel te lang haar, een man met een lekker kort koppie, een prachtig mooie jongedame en dan die ene zanger die altijd maar stoned lijkt te zijn. Zo een waar je je van af vraagt hoe hij nog rechtop staat. Gooi hier een heerlijke ritmische sound over heen en daar heb je ze. Een band die met de eerste drie noten al de helft van de zaal aan het springen heeft, een band waarvan je aan het einde niet meer weet hoe droge kleding aanvoelt. Crystal Fighters weten het publiek te entertainen en aan het dansen te krijgen, halverwege de set zie je menig bezweet hoofdje naar adem happen. Misschien ben ik bevooroordeeld, misschien is het echt zo; Crystal Fighters zijn voor mij de beste band op het Walk The Line Festival! Tijd om deze band naar een groter publiek te brengen!
Foto’s (c) 2011 Sanne Hiddinga