“The Blue Van? Nog nooit van gehoord. Wat voor muziek maken ze dan?” “Het schijnt te vallen onder de genres blues-rock / garage rock” “Oh, dat lijkt me wel interessant eigenlijk, laat maar horen.” Dit was eigenlijk de enige introductie die ik kreeg voordat ik de CD ‘Love Shot’ aan zette, maar na enig research op internet kwam ik erachter dat The Blue Van wel degelijk een garage rock band is en het levenslicht zag in 2003 in Denemarken.
The Blue Van, genoemd naar het blauwe busje dat in Denemarken de geestelijk zieke mensen ophaalt, begint met het kort maar krachtige ‘Mama’s Boy’ met een eighties aandoend keyboardloopje op de achtergrond. In tegenstelling tot veel garage rock bandjes is de zanger Steffen Westmark bijzonder goed te verstaan, en wanneer hij zingt: “Everyone around can tell you’re a faker. Y’think The Ramones is a T-shirt maker” brengt dat een glimlach op mijn gezicht; Ik stoor me namelijk nog al eens aan mensen die een bandshirt aan hebben zonder dat ze weten wie het zijn. Hierna konden de heren bij mij eigenlijk niet zo veel meer fout doen, maar jullie, lieve lezers, zitten natuurlijk niet te wachten op een subjectieve recensie. Daarom zal ik zo objectief mogelijk verder gaan…
De CD ‘Love Shot’ is ondertussen al het vierde album dat de band uitbrengt en luistert lekker weg. Van de dertien tracks die het album telt komen er maar twee boven de drieëneenhalve minuut uit en de band levert hier dan ook een gemiddeld album mee af. De tracklist is afwisselend met stevige nummers als ‘Beg Like a Dog’ en ‘Loser Takes It All’, wat meer poppy tracks: ‘Fame and Glory’ met classic oehs en ahs op de achtergrond en ‘Evil’ en hier en daar een ballad: ‘Woman of the Wrong Kind’, ‘Wait and See’ compleet met strijkers. Gelukkig durven de heren ook wel eens van het reguliere pad af te stappen door in ‘Hole in the Ground’ toetsenist Søren Christensen een vrijbrief van bijna twee minuten te geven om er een solo in te knallen die wat aan Ray Manzarek (toetsenist van The Doors) doet denken.
Nadat de laatste gitaarakkoorden van ‘You Live, You Learn, You Die’ zijn aangeslagen moet ik zeggen dat ik niet stijl achterover ben geslagen. Het is een leuk album dat, hoewel niet dertien in een dozijn, vrij straightforward is. Die-hard garage rockers zullen het te soft vinden terwijl het de popliefhebber veel te ruig zal aandoen. Maar als je, net als ik, niet te veel in hokjes denkt en gewoon lekker uit je dak wilt gaan terwijl je de kamer opruimt is dit zeker een aanrader. (7,5/10)(Iceberg Records)