In hun thuisland Zweden blijft de populariteit van Bye Bye Bicycle groeien en krijgen hun live-shows veel lof. In Nederland brengen ze deze week ‘Compass’ uit, het album dat zij in 2009 hebben afgerond na twee jaar eraan gewerkt te hebben. Hun muziek is lastig te omschrijven: een beetje electropop à la Two Door Cinema Club, met een vleugje melancholie van The Smiths, het onheilspellende geluid van White Rabbits en zo hier en daar het dromerige van Beach House. De albumcover en titels doen al vermoeden dat ‘Compass’ iets met reizen te maken heeft. Hun nummers gaan niet alleen over tien plaatsen, maar ook over gevoelens die ze bij die plaatsen hebben. Bye Bye Bicycle noemt dit album dan ook een “inner journey”.
‘Haby Bay’ begint met het geluid van de zee – wat niet zo verrassend is met zo’n titel – waarbij de electropop tunes worden afgewisseld met de melancholische stem van de zanger. Een stem waar overigens veel om te doen is, want echt zuiver klinkt het niet. Je houdt ervan of je vindt het niets. Wat mij betreft is de stem het belangrijkste ingrediënt van het album; alleen die stem zorgt al voor een eigen stijl en de emotie lijkt veel beter over te komen.
Het album begint goed, want niet alleen het intronummer is uitstekend, ook het The Smiths-achtige ‘Agent’ en ‘Navigation’ zijn prima nummers, dat laatste mag zelfs een hoogtepunt genoemd worden, wat ook weer te danken is aan die rare stem. Deze nummers bevatten lichte punk-invloeden, net als het rustige ‘North Pole’. Hierna zakt het allemaal een beetje in. Echt dansbaar wordt het nergens, en de melancholische arrangementen zijn prima als achtergrond (vooral ‘Meridian’, waar niet in gezongen wordt), maar zijn geen hoogtepunten.
Na het dromerige ‘500 Miles’ (een mix van The Smiths en Beach House) volgt ‘Westside dat zich onderscheidt van de rest; relaxt, leuke melodie, en doet een beetje denken aan The Drums. Het album eindigt onheilspellend. Na het trage ‘Fullmoon’, volgt in ‘Footsteps (pt II)’ – blijkbaar is er ook een deel 1, maar dat staat niet op dit album – een onheilspellende piano, onheilspellende zang en ja, zelfs onheilspellende achtergrondzang.
Dansbaar en vrolijk – termen die in sommige omschrijvingen van deze band terugkwamen – is Compass niet, dit album geeft mij juist vooral een vervreemdend gevoel, iets wat strookt met de surrealistische albumcover. Ik vind dit geen fijn gevoel, maar – en dat moet ik toegeven – het is wel knap dat het iets met je doet. Drie hoogtepunten op dit album zijn ‘Haby Bay’, ‘Navigation’ en ‘Westside’. De rest is een stuk minder. Af en toe tipt een nummer lichtjes aan de hoogtepunten, maar die laatste twee nummers vallen niet alleen kwalitatief maar ook qua stijl buiten de boot. ‘Compass’ is geen gemakkelijk te verteren album, maar wel interessant. (6/10) (Dying Giraffe)