Het heeft eventjes geduurd, maar hier is dan toch eindelijk de letter d. De vierde van het alfabet. Het duurde even, omdat er na deze column nog maar drie te schrijven zijn. En dan? Ja, wat dan? Nog een serie? Ik dacht het niet. Het is dan tijd voor iets anders. Maar! Zo laat is het nog niet, want we zijn pas bij de d. En zolang we nog niet bij de a zijn aanbeland, gaan we vrolijk verder. En ditmaal dus met de d. Komt ‘ie.
Duran Duran. Ik ben al fan sinds 1984, toen mijn vader een van de eerste CD-spelers kocht, en daar vijf CD’s bij kreeg. En een van die CD’s was Arena. Een andere was Let’s Dance, van Bowie. Weer een andere was Love Over Gold, van Dire Straits. Rare namen zijn dat toch. Duran Duran en Dire Straits. Toch maar even opgezocht. Duran Duran komt van Dr. Durand Durand (mag u zelf even verder Google raadplegen, maar ik verraad alvast dat Barbarella er mee te maken heeft) en Dire Straits heten zo, omdat ze in 1978 geen rooie cent te makken hadden (Vreselijke Moeilijkheden).
Maar goed, ze staan dus in mijn collectie. En daar staan ze prima. Op mijn schoot zit momenteel mijn dochter (die nog niet eens bestond bij de z van deze columns … ). En ook zij zit daar goed. We luisteren momenteel naar Miles Davis. Ze is pas bijna acht maanden, maar Davis kent ze als de beste. Nu is Davis natuurlijk ook een van de besten. Haar lievelingsplaat is You’re Under Arrest. Waarom, dat weet ik niet, maar zodra ze kan praten, vraag ik het haar.
Ik kan me niet distantiëren van het feit dat ik al bij de d ben aanbeland. Het doet me toch meer dan ik dacht. Okay, okay. Fred, niet sentimenteel worden, nu. Dat kan bij de a wel.
Devo, Boney M., Dido, Dick Dale, Marlene Dietrich en George Duke. Om er nog maar een paar te noemen. Boney M.? Wat doet die bij de d? Niemand die het weet, maar hij blijft er mooi staan. Op deze manier raak ik hem misschien nog ooit kwijt. Jammer dat hij dood is, trouwens. Wat een leven had die man. Kort, dat wel. Mijn vader zou ik bijvoorbeeld niet al vier jaar kunnen missen.
En dan wil ik graag deze compleet onsamenhangende column afsluiten met een gedicht. Een gedicht, wat ik nu ga verzinnen, maar wat deel zal uit gaan maken van mijn dichbtundel, die later dit jaar zal uitkomen (waarvan ik de titel nog angstvallig geheim zal houden, omdat ik het zelf een geweldige titel vind. Een titel om niet voor publicatiedatum te onthullen. Volgend gedicht echter, krijgt u van mij thans cadeau.
Berlijn
koop voor mij
het Ampelmännchen
voor aan de sleutelhanger
draai me rond in de ballon
op de grond
kijken, een Kölsch, dan maar
mijn liefde
de eerste knuffel
in de zon naar huis
thuis, in Eindhoven
de klucht!
stiekem roken
en mijn ring
voor haar
en dat hij pastte
om haar vinger
die naar me wijst
als ik nu
al die jaren later
opnieuw
haar hand vastpak