Voor de tweede maal werd gisteren in Hasselt de Sinner’s Day gehouden, een festival voor new-wave en punk liefhebbers. Een line-up die door de maanden heen met regelmaat werd gewijzigd, maar uiteindelijk een keur van artiesten neer kon zetten om je vingers bij af te likken. Yello, The Damned en Peter Murphy’s Bauhaus moesten helaas cancelen, maar werden vervangen door The Kids, Uk Subs, Echo & the Bunnymen en The Orb. Niet de minsten dus…
Vanaf het moment dat je binnenkwam in de Ethias Arena was het al duidelijk. Dit festival is anders dan anders. Niet alleen omdat het in België was, maar het was niet die schijnbaar ongecontroleerde bende die je op ieder ander festival aantreft. En dat terwijl anarchie de boventoon voerde op Sinner’s Day. Een overzichtelijke opstelling, overal dranktentjes, waardoor wachtrijen, onfestivaliaans, er gewoon niet waren! Een aparte hal met tafels en banken en eetgelegenheden, en die werden niet beperkt tot 2 frietkramen en een wagen met een broodje Unox, maar lange wanden met een willekeur aan voedsel. Wie nu nog durft te zeggen dat festival-eten maar armoedig pakken wat je pakken kan is…
Wat optrad is te veel om op te noemen. Naast voorgenoemde artiesten stonden Red Lorry Yello Lorry, Poesie Noir, Jah Wobble (Inderdaad, de oude bassist van P.I.L.) en Departement S (Is Vic There?) op het programma. Leuk, maar het publiek zag deze bands puur als opwarmertje. Nee, de echte liefhebber kwam bijvoorbeeld voor de eerste grote act van de dag: Marky Ramones Blitzkrieg. Inderdaad, het laatst overgebleven lid van de beroemde punkband. rond de 30 nummers afgestompt in krap een half uur jaagt de voormalige Ramone erdoor, maar ondanks dat maakte Marky het optreden tot iets legendarisch, met naast eigen nummers als ‘Rock ’n Roll Highschool’ een briljante versie van Louis Armstrong’s ‘What a wonderfull world’. Memorabel optreden, zeker nu Marky nog leeft.
Snel door naar de Club Stage, waar we werden getipt naar toe te moeten! The Young Gods, een explosief muzikale muur van geluid. En dat was het inderdaad, want de jonge goden, die ons wat klonken als de donkerder versie van Joy Division, heeft in hun lange bestaan een schare fans opgebouwd met grote bekende namen. Faith No More’s Mike Patton, U2’s The Edge en Sepultura zagen de Zwitsers als grote helden, en als je weet dat David Bowie zijn album ‘Outside’ puur door The Young Gods is beïnvloed, moet het wel goed zitten.
Op de Main Stage stond vervolgens de volgende traktatie te wachten. De Belgische Arbeid Adelt! treed amper op, en dat is niet zo verwonderlijk, aangezien frontman Marcel Vanthilt is zo ongeveer dagelijks op TV te zien in Nederland en België. Voor de Nederlanders is de vergelijk met Huub Hangop snel gemaakt, maar dan donkerder, met een electropunk sausje er overheen. ‘Jij gebruikt teveel stroom’ wordt tot groot genoegen van het toegestroomde publiek begeleidt door een totale blackout, waarbij Vanthilt zijn kostuum à la Das Pop verlicht met honderden led-lapmpjes. Het van oorsprong als duo begonnen Arbeid Adelt! kreeg tijdens Sinner’s Day een aanvulling van een bassist. En wat voor een, want niemand minder dan Public Image Ltd.’s Jah Wobble begeleidt de Belgen alsof hij al jaren deel uitmaakt van de band. ‘Ik sta scherp’ en ‘De Dag dat het zonlicht…’ en natuurlijk ook wat werk van Jah Wobble maakten het eerste optreden sinds 2007 een van de hoogtepunten van de dag.
Het Antwerpse The Kids mag dan de reputatie hebben Belgisch enige echte grote punkband tot op heden te zijn. De meeste bezoekers maken van dit tijdstip liever gebruik van de mogelijkheid om even te eten. Natuurlijk speelde The Kids hun punkklassieker ‘There will be no next time’, ‘Dancing’ en het controversiële, maar voor de Belgische punkbeweging vrijwel als volkslied gekozen ‘No Monarchy’; het concert gaf de mannen van The Kids aan niet lang niet te hoeven stoppen.
Heaven 17, de band van ‘Temptation’, was naar België gekomen voor een promotie van de rerelease van hun Penthouse & Pavement uit 1981. De Britten konden in het begin het publiek niet echt bekoren leek wel, maar gaandeweg het optreden bleek dat maar schijn. Naast oud werk als ‘Geisha Boys and Temple Girls’ en ‘Penthouse & Pavement’ ook het nieuwere ‘I’m gonna make you fall in love with me’. Overduidelijke beïnvloeding, maar is dat eigenlijk wel nodig? Neen, want Heaven 17 klinkt nog net als 25 jaar geleden. Zanger Glenn Gregory’s stem heeft de tol der jaren met verve volstaan, en ook de stem van zangeres Billie Godfrey is een traktatie voor het oor. Hoewel pas enkele jaren bij de groep geeft Godfrey Heaven 17 die kleine finishing touch die de band begin jaren ’80 ook al had. Grote hit ‘Temptation’ begint door haar toevoeging van Donna Summer’s ‘I feel love’ erg vernieuwend, en zelfs de toegift in de vorm van Human League cover (hoewel Heaven 17 daar feitelijk uit voortkwam) ‘Being Boiled’ wordt door het voltallige publiek met groot enthousiasme ontvangen. Hoewel Heaven 17 iets meer in de richting van Dance aan het gaan is, kunnen we het optreden tot een ware toevoeging van Sinner’s Day noemen.
In de Club Stage staat ondertussen The Fall. Een grote band van weleer, en als je weet dat zanger Mark Smith recentelijk nog in de studio stond met de Gorillaz, moet je er toch vanuit gaan dat het optreden subliem had moeten worden. Had moeten inderdaad, want als zanger Mark E. Smith zijn rug op een gegeven moment naar het publiek keer en zo het concert afmaakt, hoeven we niet te vertellen dat dat was omdat het publiek de helden van vroeger begonnen uit te fluiten. Snel door dus naar Marc Almond, die we pas geleden nog hoorden tijdens de Night to Remember. De oud frontman van Softcell staat naar ons oordeel niet goed op de poster. Niet dat Almond geen grootheid is, maar is het Punk of New Wave dat hij maakt? Niet echt, maar misschien ook duidelijker nog: echt niet! Almond’s optreden wordt mat ontvangen hoewel een groot deel van heyt publiek gebruik maakt om de festivalmarkt te bezoeken of nog snel een Pita Dürüm naar binnen te werken, en bonnen te halen voor de rest van de avond. Proost!
Kwart over acht in de kleine zaal stond die ene band, die bekend werd door die ene hit: ‘On my radio’, en dat heeft de organisatie geweten. Een ska band in de kleine zaal, en punker en waver wilde naar binnen: The Selecter! In no time barstte de zaal uit haar voegen, dansend en swingend op de aanstekelijke ska van de Britten, en ‘Missing words’, ‘Three minute hero’ en andere nummers gaven een bomvolle zaal het gevoel terecht gekomen te zijn in een feest van jewelste. Alles natuurlijk in afwachting van hun grote hit, die vanzelfsprekend helemaal aan het eind kwam. Een swingend geheel met een vanzelfsprekende blazerssectie van twee saxofonisten (wat en half wat) maken de stem van zangeres Pauline Black meer dan goed. Eerlijk is eerlijk, haar stem was destijds niet een van de meest sterke stemmen, dat is nu niet veranderd, maar ach, een knies die daar op lette.
Over Nina Hagen kunnen we echter kort zijn. Als na een kwartier de halve zaal reeds leegstroomt, en op een klein groepje die-hard fans na de gehele zaal de ex-vrouw van Herman Brood uitjoelt en uitfluit, dan kan je er zeker van zijn dat zelfs voor punkbegrippen het optreden ronduit slecht is. Nou ja, punk? La Hagen begon met een punkversie van Depeche Mode’s ‘Personal Jesus’, om door te gaan met een vals ‘Riders on the storm’, om snel over te gaan in een gospel-blues-country achtig akoestisch concert waarin Nina zichzelf begeleide op gitaar om met een countryversie van ‘Spirit in the Sky’ (Norman Greenbaum) de recentelijk overleden Ari Up te eren. Gelukkig tussendoor nog een punk-versie van Adamski’s Killer, maar haar eigen nummers zijn nog in geen wegen of velden te bekennen. Topper in dit geheel was de slechtste versie ooit van ‘My Way’ Sinatra zou zich omdraaien in zijn graf, en hoe oneervol was het jegens Herman Brood, de man met wie ze jarenlang getrouwd was. Hier hield het ook voor ons op, en met buikkramp in de maag verlieten we de zaal.
The Psychedelic Furs hebben misschien baat gehad bij het optreden van Nina, want was de zaal bij The Selecter al vol, The Psychedelic Furs konden gemakkelijk in de grote zaal spelen, al was het maar om Nina Hagen te ontwijken. Jammer, want door deze kleine organisatorische fout de band een te klein podium te gunnen, kon lang niet iedereen die wilde deze mix tussen Iggy Pop, The Velvet Underground en Roxy Music bewonderen. Ach, wachten op Echo & The Bunnymen en The Orb was dan ook niet voor iedereen weggelegd en de naweeën van La Hagen zorgen dan ook voor en vervroegde uitstroom van een groot deel van het publiek.
Echo & the Bunnymen was dan ook niet aan iedereen besteed, de punkers waren reeds huiswaards gekeerd, en de late programmering na Nina Hagen en The Psychedelic Furs zorgde ervoor dat de zaal minder vol stond dan de rest van de dag, maar toch maakten de Bunnymen er samen met Echo een show van die constant en stabiel was.
De ambient house van The Orb was dan weer een perfecte afsluiter van Sinner’s Day, het festival waar veel festivalorganisaties nog veel van konden leren. Een afterparty op het festival zelf programmeren waarbij de new wave liefhebbers een stapje verder gingen, maar een enkele verdwaalde punker nog zijn hart op kon halen, al was het alleen al vanwege Jah Wobble’s derde appearance; Jah speelde oorspronkelijk al de basslijnen op ‘Blue Room’, The Orb’s megasingle (39.57 minuten), hoewel dit voor een festival dan eigenlijk weer te lang was.
Sinner’s Day was geslaagd, en het hele team dat de dag aanwezig was kijkt alweer uit naar editie 2011!