Op jazzgebied is Nederland de laatste jaren een grote sprong aan het maken. Hadden we voorheen het North Sea Jazz Festival en enkele Jazz in …-Town festivallen in verschillende steden, tegenwoordig begint jazz big business te worden. Nadat enkele jaren geleden The Hague Jazz zichzelf en Den Haag weer op de kaart zette na het verlies van het NSJ-festival aan Rotterdam, is nu ook Maastricht aan de beurt jazzminnend Nederland voor zich te winnen. Mecc Jazz Maastricht wordt door sommigen gezien als opvolger van het oude Jazz Mecca, dat in de jaren ’90 probeerde voet aan wal te krijgen, maar helaas door een gebrek aan sponsoren voortijdig het doek moest laten vallen.
De organisatie van Mecc Jazz Maastricht heeft voor het debuut een poster van formaat kunnen presenteren. Internationale grootheden als Angie Stone, Toots Thielemans, Matt Bianco, Lizz Wright, Jazzanova, Monty Alexander, Mezzoforte, Roy Hargrove, Joe Jackson, Nils Landgren, Wayne Shorter, Trijntje Oosterhuis, Count Basie Orchestra, Mike Stern, Klaus Dolinger’s Passport, Pee Wee Ellis en vele, vele anderen en het Mecc was dan ook lekker vol. Niet te druk, niet te rustig, perfect om plek te hebben in iedere zaal waar je maar wilde genieten.
Een van de eerste optredens van de eerste dag was het concert van Mezzoforte. De Ijslanders waren voor het eerst in jaren naar ons (voor hen) warme kikkerlandje afgereisd. Na een korte intro, die weinig tot de verbeelding overliet, kwam de volledige band pas op het podium, met natuurlijk als boegbeeld de onverstoorbare Oskar Gudjonsson op saxofoon, die met zijn powersax het voortouw nam, maar tijdens zijn rustmomenten zichzelf ook terugtrok, tot zelfs de zaal in, om te genieten van de band die reeds 30 jaar aan de top van de jazzfunk staat. Bassist Jóhann Asmundsson trok de band met zijn breede glimlach tesamen met Gudjonsson, en verwelkomde het bubliek, dat in grote getalen was komen opdagen. De band speelde naast oud werk ook enkele nummers van hun nieuwe CD ‘Vulcanic’ en de nummers die ze lieten horen, ‘Berlin Boogie’ en ‘High Life’ lieten blijken dat de band niets aan funk heeft ingeleverd. Mezzoforte liet zien en horen goed op elkaar ingespeeld te zijn, en te genieten van het spel, en kreeg zelfs de meest kritische toehoorder op zijn hand toen drummer Gulli Briem over zijn drumstel heen de snaren van de bass van Asmundsson besloeg. Mezzoforte’s hit uit 1983, ‘Garden Party’ sloot het optreden na dik een uur af in een extra lange versie die ervoor zorgde dat niemand in de Baker Street-zaal compleet stil kon blijven zitten.
Op naar Bourbon Street, alwaar legende onder de legendes Toots Thielemans met zijn quartet opwachting maakte. Thielemans genoot zichtbaar toen hij, begeleid, het podium betrad, en een staande ovatie was de inmiddels 88-jarige dan ook welverdiend. Baron Thielemans (De Belgische Koning Albert II verleende hem in 2001 de titel) bespeelde zijn mondharmonica met zulks gevoel en passie, waardoor ieder beginnend mondharmonica-amateur de moed direct in schoenen zakt.
De heel wat jongere Lizz Wright is een van dé aanstormende talenten van het moment. Reeds drie albums heeft de Amerikaanse uit, en in het anderhalf uur durende concert van Wright bracht zij de donkere klanken van de jazz, gemixt met de haar bekende mix met R&B en Gospel. Haar teksten zijn vooral religieus getint, doch verpakt in een jazzy jasje met een stem die misscihen het best vergeleken kan worden als een mix tussen Sínead O’Connor en Tanita Tikaram. Een groot talent, en ondanks de grote zaal op Jazz Mecc Maastricht, toch net te weinig publiek, of de pech tegelijk met Toots Thielemans geprogrammeerd te zijn.
Groot in de jaren ’80 zijn Matt Bianco weer helemaal terug. Zijn inderdaad, want hoewel velen de naam toeschrijven aan de zanger van de band, is zanger Mark Reilly slechts de onvolprezen frontman. Met zijn swingende heupen (nog steeds) en dito stem geeft Reilly vorm aan de poppy jazz-stijl van Matt Bianco. Een nieuw album, maar de zaal gaat pas echt los bij de serie van bekende hits van de Engelse band: ‘More than I can bear’, ‘Half a minute’ en natuurlijk ‘Who’s side are you on’, maar dan in een aanstekelijke versie, een stuk jazziër dan we van de Britten gewend waren. De sophisty-pop die we van Matt Bianco gewend waren is een beetje aan het vervagen en de bossa-Nova trekjes beginnen tesamen met het echte jazz-gevoel te overheersen. En dat misstaat de band allerminst!
Snel terug naar de Bourbon Street zaal, alwaar misschien wel een van ’s werelds beste jazz-pianisten op het punt staat het podium te betreden. Monty Alexander, de man die in de beroemde New Yorkse Club Jilly’s werd beschermd en begeleid door Frank Sinatra, speelde met Ernest Ranglin, Nathalie Cole, Quincy Jones en Sly & Robbie, bracht inmiddels ruim 50 solo-albums uit. Een kleine selectie van zijn werk bracht Alexander met zijn trio ten gehore, en de zaal genoot van iedere toetsaanslag van Alexander the Great. Was de Bebop van Alexander waar het publiek in grote getale op af was gekomen op het Jazz Mecc Maastricht? Het lijkt er wel op, aangezien het Monty Alexander Trio, in de originele Oscar Peterson opstelling, was ons een voldoening gaf, die het totale publiek met ons deelde.
Jazzanova, voor deze keer aangevuld met Paul Randolph, stond Central Park, voor de hard-core jazzliefhebber de meest perfecte zaal, aangezien jazz, whisky en roken nog steeds een onlosmakelijke drie-eenheid vormen. En laat het podium in Central Park nu het enige podium zijn dat je kan zien en horen vanuit het rokersterras. Jazzanova heeft de aandacht van het publiek, en hoewel het gemiddelde publiek de 40 al dik is gepasseerd, de nieuwe jazz die de Noren brengen wordt warm verwelkomd. De jazz die Jazzanova mixt met modern beats, wordt ook op Jazz Mecc Maastricht wat afgewisseld met meer deep soul en funky beats, maar hoe je het ook beziet, Jazzanova misstaat van geen kanten.
Als grote afsluiter in de 42th Street staat Angie Stone, die haar concert begint met de vraag “Do you wanna Dance?” Het nummer lijkt te laat op de avond te worden gesteld, want het publiek begroet de vraag met een enthousiast gejoel. Dit was hetgeen velen al de gehele avond op zaten te wachten, en hoewel Stone misschien niet helemaal tot de jazz gerekend kan worden, de zwarte parel was voor velen misschien het hoogtepunt van de avond.
Voor velen zat het er hierna toch echt op, en het publieksgebied begon ook rustigaan leger te worden, terwijl Central Park het toneel vormde voor de afterparty van dag 1, de tot in de Verenigde Staten beroemde heren van Kraak en Smaak, en in Bourbon Street Klaus Dolinger’s Passport het late-night concert aan het overgebleven publiek presenteerden. Jazz Mecc Maastricht kan qua aankleding, bewegwijzering misschien nog wat leren van de grote broers, de programmering kan volgend jaar al moeilijk overtroffen worden.
Foto’s (c) 2010 Marcel Hakvoort