Het is een druilerige zondagmiddag. Als ik naar buiten kijk, dat doe ik ongeveer elke zeven minuten, – zij het vluchtig, even over de linkerschouder door het raam zien, – dan zie ik vandaag enkel regen. Soms regent het stelepijpen, en dan weer miezerregent het en soms zit het daar ergens tussenin. Al met al geen dag om buiten een vrolijke wandeling te maken. Ik kan het weten, want ik heb vandaag getracht een dergelijke wandeling te maken. Bij terugkomst op mijn adres waren mijn twee schoenen doorweekt. En mijn sokken eveneens. Mijn broekspijpen waren vanaf de grond tot de knieholtes doorweekt. De twee armen van mijn jas ook. Mijn hoofd, rug en schouders daarentegen waren nog droog.
Nu kijk ik weer even naar buiten, en zie dat de zon schijnt. Hoogste tijd voor een verse Alfabetcolumn. Ditmaal, zoals beloofd, met de letter ‘K’. Van Kool & The Gang. Onder andere. Leest u mee?
Een hele tijd geleden, ik herinner mij dat nog uitstekend, kon ik de artiesten die ik in mijn kast bij de K heb staan, tellen op de vingers van één hand. Van Kooten en De Bie, Kool & The Gang en nog twee, of zo. Nu, ach nu. Nu is dat helemaal anders. Want nu behelst de letter ‘K’ in mijn kast een fijne twee plankjes. En dat is maar goed ook, want er zit wat fraais tussen, kan ik u wel vertellen.
Zoals daar is: Justus Köhncke. Hij staat er maar liefst met twee albums in! Een derde was besteld, maar werd halverwege de bestel- en betaalprocedure opeens ‘niet leverbaar’ verklaard. Een enorme teleurstelling, beste mensen. Een enorme teleurstelling. Maar, blijft een feit dat Justus aangenaam vertegenwoordigd is. En, als u van elektronische muziek houdt, niet te wild, maar zeker niet te lam, dan houdt ook ú binnen de kortste keren van Justus Köhncke.
Leo Kottke, de gitaarvirtuoos met het prachtige nummer: Pamela Brown. Hee! Eens even kijken of dat op YouTube te vinden is. En wat dacht u? Jawel, hoor. Hier is Pamela Brown, van Leo Kottke. Voor u, van mij:
http://www.youtube.com/watch?v=9cweBs-tdaA
Geniaal!
Maar vlug weer verder, nu.
Dan komen we vanzelf aan bij Nelly McKay. Een dame die veel en veel en veel en veel meer media-aandacht had moeten krijgen, ten tijde van haar hitjes David, The Dog Song en It’s A Pose. Een geweldige meid met een prachtstem en ze speelt daarbij ook nog eens meer dan verdienstelijk piano. Maar bovenal zijn haar liedjes stuk voor stuk pareltjes. Nelly McKay. Haar dubbel-cd heet Get Away From Me en als u die ergens tegenkomt: kopen. Anders gewoon bestellen, natuurlijk.
En dan zie ik dat The Kooks er ook nog tussen staan. Dat komt natuurlijk door het nummer: She Moves In Her Own Way. En waarom zou ik die CD dan niet kopen? Weet u het? Precies. Precies.
Nou, nog drie. De Kassameisjes met Houdios. Nog twee. West of Somewhere, van John Kaizan Neptune. Een naam die u wellicht niet meteen iets zegt. Dat zou kunnen kloppen, want John Kaizan Neptune is dan ook een stuk minder populair dan de meeste popsterren die tegenwoordig wel populair zijn. De plaat West Of Somewhere is dan ook geen hedendaagse plaat. Uit 1981, maar liefst. Waarbij John speelt op de Sakuhachi, Yvonne Lewis zingt en nog een aantal personeelsleden andere instrumenten onder hun hoede nemen. Het is een lekkere jazz-fusion (de softe variant, zeg maar) CD, met 1 minpuntje (dat misschien ook wel een pluspuntje zou kunnen zijn), en dat is dat het laatste nummer van de CD heet: The Last Song. Op zich geen probleem, maar Yvonne Lewis zingt: ‘This is the last song, of the last set.’ En dat vind ik nu jammer. Maar gelukkig kan mijn CD-speler op repeat.
Als laatste, en dan ga ik echt even een filmpje kijken, of zo, wil ik mijn meest dierbare CD met de ‘K’ met u delen. Sergey Kuryokhin. Ik kan daar uren over praten, maar dat doe ik niet. Enkel en alleen dat deze, veel te vroeg overleden, Russische pianist geweldige dingen heeft gedaan voor de geschiedenis van de muziek. Mijn CD Polynesia is, voor zover ik weet, niet eenvoudig meer te vinden in Nederland. Naast Polynesia, zijn zijn andere werken (zie: http://www.raig.ru/kuriokhin.asp) gelukkig nog wel te bestellen. Ik denk, terwijl ik dat nu zo eens intik, allemaal, dat ik dat maar eens moest gaan doen. Ik ben tenslotte binnenkort weer jarig.
Dan sluit ik thans af met de prachtige woorden uit Freek de Jonge’s: Opa’s Wijsvinger: “Professor Wiardi wrijft over zijn schedel.“