Beste mensen, u kent mij van Fred Händl en zijn alfabetcolumns. Dat klopt, want dat ben ik. Soms bezoek ik een concert. Dat is altijd iets om naar uit te kijken. En thans wil ik graag met u delen: het concert van 9 april.
Gisterenavond was de grote avond! Mijn held Terry Bozzio (ex-drummer van de band van [[Frank Zappa]], mijn nog grotere held) speelde met Holdsworth, Mastelotto en Levin in De Boerderij te Zoetermeer!
Het was mijn eerste keer in De Boerderij, en ik moet u zeggen: dat is nu eens een aangename tent om muziek in te bekijken en te beluisteren. Voor de komende weken staat ook George Duke op het prorgamma (ex-toetsenist van Frank Zappa) in De Boerderij, meteen maar een kaartje gekocht, want zo ben ik dan ook wel weer.
Na een dag noeste arbeid, kwam ik precies op tijd aan bij De Boerderij, zo op tijd zelfs, dat ik op mijn gemak nog vier kleine en twee grote bier kon drinken, voordat het geweld los zou barsten. Met de iPhone vlug een paar kiekjes geschoten van het nog lege (wat musici betreft) podium, waarop in het midden een enorm imposant bouwwerk van drums, troms, bekkens, bells en andere zaken waar je allemaal op kunt slaan met drumstokjes.
En precies om zevenenhalf minuut over half negen begon het spektakel. Een spektakel wat voor mij precies een half uurtje duurde. Na dat halve uurtje, liep ik naar het rookbalkon, om even bij te komen, om daarna mijn jas te pakken en naar huis te gaan. Wat een vreselijk kutconcert was dat zeg! Ik ben zelf erg boos op Bozzio. En ik niet alleen. De zaal liep langzaam leeg en mensen stonden buiten tegen elkaar te mopperen. Iedereen was het er over eens: easy money. Ik was het daar ook mee eens, maar daar was het me niet om te doen. Dat geld voor een kaartje, dat was al drie maanden geleden besteed, maar de, eenvoudigweg gezegd, arrogantie van vier dergelijke super muzikanten om niets anders te kunnen doen dan levenloos freaken, alsof ze in de studio elkaar nog aan het aftasten zijn… Bah.
De muziek, prachtig. Zeer meeslepend, langzaam gefreak. Atonaal, sferisch en perfect om op je koptelefoon of over de speakers, thuis, te luisteren. Kop noch staart, maar dat is af en toe juist zo lekker. Maar NIET tijdens een optreden, waar mensen met hoge verwachtingen uit van allerlei uithoeken op af komen, omdat er Terry Bozzio op de poster staat!
Bij de deur naar buiten, stond een hele groep mensen te mopperen en boos te zijn. Op de vraag waarom ook ik zo vroeg al weer wegging, kon ik in alle eerlijkheid antwoorden: het is zonder twijfel het meest arrogante, ongeinspireerde, money-for-nothing, baggerconcert dat ik ooit heb bijgewoond. Meneer Bozzio zou zich kapot moeten schamen. Pat Mastelotto, de tweede drummer van de viermans gelegenheidsformatie (u leest het goed, tweede drummer/percussionist) was de man van de avond (of van het gedeelte van de avond). De enige bij wie de muzikale vreugde van het gezicht was af te lezen. Het vuur in de ogen van Bozzio is gedoofd. een uiterst onaangenaam concert om naar te kijken.
Bozzio heeft niets geleerd (of niets willen leren) van zijn tijd bij Zappa. Zappa, die tijdens live optreden audience participation hoog in het vaandel had. Bozzio komt op, gaat achter zijn immense drumkit zitten, doet vervolgens (ongetwijfeld) hele knappe dingen, maar het zijn dingen die hij met zijn vriendjes in de studio moet doen. Bozzio en zijn vriendjes deze avond (Allan Holdsworth – gitaar, Pat Mastelotto – drums percussie en Tony Levin – bas) waren zichtbaar voor zichzelf aan het spelen, het publiek compleet negerend.
De muziek was, nogmaals, niet slecht. Maar het was gewoon geen concert. Dit doe je simpelweg je publiek niet aan. Eindeloos gefreak op de bas en gitaar, ondersteund door meer dan fatsoenlijk drumwerk van Pat Mastelotto, aangevuld met onduidelijk gefriemel van Bozzio, die de meeste tijd met zijn rug (of zijn zij) naar het publiek gedraaid zat, te trommelen op voor het publiek onzichtbare trommels, bellen en weet ik wat er allemaal nog meer bij zijn voeten stond.
Met mijn ogen dicht vond ik de muziek prima (al werd ik wel op de proef gesteld, omdat ik mij niet kon onttrekken aan het idee dat “ze maar wat deden”), maar met de ogen open zag ik Bozzio – en laten we eerlijk zijn, de volle zaal bestond voor 85% uit mensen die ook voor hém naar Zoetermeer zijn afgereisd. Ik zag Bozzio dus, die compleet ongeïnteresseerd (nee, niet: geconcentreerd) “maar wat aan het doen was”. En dat vond ik niet leuk van hem.
Na tien minuten liepen de eerste mensen al weg. Niet voor bier, maar voor naar buiten. Niet heel veel later volgde ik.
Ik had in mijn broekzak een stift en de dvd van Baby Snakes (waar Bozzio een prominente rol speelt), met de hoop dat ik misschien wel een handtekening zou kunnen krijgen. Maar daar wilde ik niet meer op wachten. Weg hier!, dacht ik hardop. En zag de mensen naast mij knikken.
In mijn jaszak nog vier consumptiemunten. Voor de volgende keer. Want daar zie ik George Duke vanaf een poster mij vriendelijk toelachen. Hij weet vast nog wel hoe het moet. Terry heeft zijn zakken weer gevuld. En, nogmaals, hij was mijn held. En hij zal hoe dan ook nooit van de sokkel afvallen voor wat hij deed in zijn tijd bij Zappa (u kent vast de schitterende rol die hij speelde als Duivel in het hemelse Titties ’n Beer), maar voor wat ik gisteren heb gezien, krijgt Bozzio een dikke 2.
Gelukkig was ik mooi op tijd thuis, waar ik nog een heerlijk glaasje Duvel heb gedronken en op het balkon heb kunnen genieten van een mooie avond, waar de echte sterren in de zwarte nacht mij welterusten wensten. En het was allemaal weer goed.
– Fh.