Daar gaan we weer. Panic Cell. Ditmaal een plaat van een band die weet hoe het moet. Na een lange tijd van recenseren, eindelijk weer eens een gitarist die zijn kunsten niet onder stoelen of banken steekt. Heerlijk. De CD is nog niet goed en wel begonnen, of er vliegt mij een gitaarsolo om de oren. Dat heb ik graag.
Goed gemixed, Fire it up. De stem schreeuwt heerlijk mijn kamer. Geen grunt, maar hard en duidelijk. Prettige vertragingen (en versnellingen daarna) en goede riffs. Een fijne gitaarsound en strakke drums. En de bas? Die doet wat hij moet doen: niet opvallen.
Genre? Weet ik het, weet u het. Een genre dat het beluisteren waard is. Alle nummers zijn in orde. Al moet ik waarschijnlijk nog wel even wennen aan nummer 6 (Jaded). Dat is een in mijn oren een ongelukkig samenraapsel van stijlen die elkaar niet waard zijn. Maar het zou zo maar kunnen dat u daar anders over denkt, natuurlijk.
En dan, mijn oordeel. Een goede plaat. Een zeer goede plaat, die me hier en daar doet denken aan, jawel, de Black Label Society (alleen komen de solo’s niet in de buurt van die van Zakk). Het klinkt erg Amerikaans. En dat is een pluspunt. Hier en daar vind ik het net iets te netjes, maar ruig genoeg om hem op de iPhone mee te nemen in de trein, morgen. (8/10)