Niet te verwarren met de Canadese singer songwriter die al begon met hits produceren in de jaren ‘ 60, brengt de Engelse Jazzgitarist Neil C. Young zijn eerste CD. Niet vaak hoor je een CD die zo puur is opgenomen dat het voelt alsof je zelf in de Engelse Pub staat, te kijken en luisteren naar een rasmuzikant. Toch heeft Young het gedaan, misschien met minder middelen dan de gevestigde orde het zou doen. Hoor je meteen het gevoel dat Young met zijn vingers legt op zijn [[Gibson]] en [[Fender]], steeds kijk je om je heen of hij niet stiekum in een hoekje van je woonkamer zit te spelen. Openend met ’the New Schmoo’ laat Neil horen dat hij niet alleen meester is in het bespelen van de gitaar, maar tevens perfectionistisch genoeg is om zijn eigen bass te schrijven en bespelen.
Komt het soms in de buurt van [[Dominic Miller]], mixt met bossa nova, bebop en blue, laat Young duidelijk horen een klassieke conservatoriumopleiding te hebben gevolgd. Richard Young laat direct horen de technieken als Jazzdrummer meesterlijk onder de knie te hebben, maar dat heeft hij al eerder laten horen als drummer bij John Mayer’s Indo-Jazz Fusions. Met vijf afwisselende instrumentale Jazz-tracks op ‘Chick(pea) Soup’ laat Neil C. Young duidelijk blijken klaar te zijn voor de grotere festivals. (6/10)