Opera Trionfo onderscheidt zich door verrassend repertoire en veelal Nederlandse premières. Daarbij bespeelt het reizende gezelschap al vijftien jaar zalen in het hele land en heeft het de ontwikkeling van jong talent hoog in het vaandel staan.Jeanne Companjen: ‘Ik ben met Opera Trionfo begonnen om kansen te creëren voor jonge zangers en regisseurs. In dat licht heb ik Floris Visser aangetrokken als regisseur voor de opera Owen Wingrave. Het bleek een schot in de roos. Dat ik het gezelschap nu kan overdragen aan dit grote en jonge talent, geheel in de geest van de organisatie, zie ik als een mooie bekroning van mijn directeurschap.’ Jeanne Companjen zal bij de organisatie betrokken blijven als artistiek adviseur.
Voorzitter van het bestuur, Bubo Damen: ‘Wij zijn Jeanne Companjen zeer erkentelijk voor de grote gedrevenheid waarmee zij van Opera Trionfo een toonaangevend operagezelschap heeft gemaakt. Voor haar visie en niet-aflatende energie om vijftien jaar lang die visie om te zetten in klinkende resultaten, danken wij haar oprecht. Met Floris Visser heeft Opera Trionfo een waardig opvolger en wij zijn dan ook buitengewoon verheugd dat hij de toekomst van onze organisatie gaat vormgeven.’
De 30-jarige Floris Visser heeft snel naam gemaakt als operaregisseur. Zijn enscenering voor Opera Trionfo van Benjamin Brittens Owen Wingrave is unaniem door de pers geprezen. Als eerste Nederlander is hij onlangs uitgenodigd om bij de wereldberoemde Bolshoi Opera in Moskou te komen regisseren. “Ik verheug me om leiding te mogen geven aan Opera Trionfo en de unieke signatuur van dit gezelschap te continueren en verder te ontwikkelen. De samenwerking met dirigent Ed Spanjaard en het Nieuw Ensemble zal blijven bestaan voor het moderne repertoire, maar ik ben er ook van overtuigd dat in de schatkamers van de Klassieke periode en de Barok nog veel onbekende juwelen te vinden zijn. Natuurlijk staat de kwaliteit van onze producties voorop, die zullen we behouden en uitbouwen. Daarnaast wil ik een cultureel ondernemer zijn, het is niet meer vanzelfsprekend dat alleen overheid en fondsen ondersteuning bieden. Ik zie het als onze opdracht bedrijfsleven, private partijen en nieuwe generaties blijvend te betrekken bij de opera.”